- 12 juni 2025
- | Bron: Dobbit
Elektriciteit in de badkamer
Elektriciteit in de badkamer vraagt extra aandacht: door vocht is het lichaam gevoeliger voor stroom. Dit artikel bundelt de belangrijkste aandachtspunten, ook rekening houdend met de AREI-wijzigingen van 1 maart 2025.
Aandachtspunten
Verliesstroomschakelaar
Een verliesstroomschakelaar of differentieelschakelaar meet het verschil tussen de stroom die vertrekt en de stroom die terugkomt. Is dat verschil groter dan 30 mA, dan treedt de beveiliging in werking en wordt de stroomkring automatisch onderbroken – wat bescherming biedt bij lekstromen of elektrocutiegevaar.
Volgens de huidige AREI-regelgeving is een verplichte 30 mA-differentieelbeveiliging van toepassing op:
- Alle stroombanen met stopcontacten en verlichting die toegankelijk zijn voor gebruikers.
- Alle natte ruimtes, zoals badkamers, douches, sauna’s en wasplaatsen.
- Specifieke toestellen zoals wasmachines, boilers en droogkasten.
Uitzondering: kringen die uitsluitend onder zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS ≤ 50 V AC of 120 V DC) werken, zijn hiervan vrijgesteld.

IP-waarde
In een vochtige omgeving zoals de badkamer moeten alle elektrische componenten, zoals stopcontacten, schakelaars en armaturen, spatwaterdicht zijn. Dat kan je nagaan met de IP-waarde. Die geeft de mate van bescherming aan tegen stof en vocht. Producten met een IPX-classificatie tonen dit meestal duidelijk op het toestel, vaak aangeduid met een symbool van een druppel in een driehoek.
In de badkamer is minimaal IPX4 vereist in zones 1 en 2, en IPX7 in zone 0. Bij hogere blootstelling aan waterstralen (bijvoorbeeld wellnessruimtes), kan IPX5 of meer vereist zijn.
Bijkomende equipotentiale verbinding
Alle vreemde geleidende delen in de badkamer, zoals metalen baden, verwarmingsbuizen, vloerverwarmingskabels (via metalen netten), moeten verbonden worden via een bijkomende equipotentiale verbinding. Dit voorkomt spanningsverschillen en verhoogt de veiligheid. Deze verbinding is verplicht in elke ruimte met een bad of douche, zelfs wanneer het systeem op ZLVS werkt.
Veiligheidszones
De badkamer wordt ingedeeld in verschillende zones, die elk hun beperkingen hebben met betrekking tot het plaatsen van elektrische toestellen, voorzieningen en leidingen. Hier zijn sinds maart 2025 enkele zaken gewijzigd in het AREI. We geven mee hoe deze zones tegenwoordig worden ingedeeld.

Zone 0
Dit is het interieur van het bad of het doucheniveau. Enkel elektrische toestellen die werken op een veiligheidsspanning van maximaal 12 V (ZLVS), én een beschermingsgraad IPX7 hebben, zijn toegelaten. Voorbeelden zijn speciaal ontworpen ledverlichting.
Bij inloopdouches zonder douchebak wordt volume 0 gedefinieerd als een zone tot 10 cm hoogte en 1,2 m horizontaal vanaf de vaste wateraansluiting.

Zone 1
Dit volume omvat de verticale zone boven het bad of douche, tot een hoogte van 2,25 m, en bevat ook de ruimte onder het bad (vroeger vaak naar verwezen als volume/zone 1B), indien enkel toegankelijk na demontage. 2,25 m is een standaardhoogte, maar kan hoger zijn als de sproeikop hoger geplaatst is.
In tegenstelling tot vroeger mogen in dit volume alle geschikte laagspanningsapparaten geplaatst worden, op voorwaarde dat ze conform zijn aan de voorschriften van de fabrikant voor gebruik in natte ruimtes, en dat ze een minimale beschermingsgraad IPX4 hebben. Denk aan sanitair warmwatertoestellen, infraroodpanelen, douche-wc's of hydromassagesystemen.
Bij gebruik van een metalen bad gelden bijkomende veiligheidsvoorwaarden voor aarding.

Zone 2
Dit volume strekt zich uit tot 0,6 m horizontaal rond bad of douche, en tot een hoogte van 2,25 m. Hier mogen toestellen geplaatst worden zoals warmwaterboilers, elektrische convectoren (klasse II), ventilatoren, verlichting (bij voorkeur boven 1,6 m om spatwater te vermijden), mits ze: geschikt zijn voor natte ruimtes, en een beschermingsgraad van minstens IPX4 hebben.
Stopcontacten in zone 2 zijn toegestaan mits ze beschermd worden door een differentieelschakelaar van maximaal 10 mA of gevoed worden via een veiligheidstransformator van maximaal 100 W.
Ruimte rond bad of douche (vervangt vroegere volume 3)
Buiten volumes 0, 1 en 2 geldt nu een afgebakende ruimte tot op 4 m horizontaal en 3 m hoogte vanaf de vaste wateraansluiting. Hier zijn standaard elektrische installaties toegelaten, mits beveiligd met een differentiële beveiliging van maximaal 30 mA.
Vaste wanden kunnen deze ruimte beperken, maar deuren en ramen worden als geopend beschouwd, tenzij ze deel uitmaken van een gesloten douchecabine.

Vaste en niet-vaste wanden
- Vaste wanden zijn structurele, niet-verplaatsbare elementen, inclusief ramen en deuren. Deze moeten minimaal 2,25 m hoog zijn en voorkomen dat water de ruimte verlaat. Openingen onder deuren mogen maximaal 10 cm zijn.
- Niet-vaste wanden zijn bijvoorbeeld douchegordijnen of verplaatsbare schuifwanden die zonder gereedschap kunnen worden gedemonteerd.
Ramen en deuren als open of gesloten beschouwd
- Voor de ruimtebepaling (de fysieke grenzen van de badkamer of doucheruimte) worden deuren en ramen als 'gesloten' beschouwd. De grenzen van de ruimte stoppen dus bij de deur of het raam.
- Voor de volume-bepaling (de zones voor elektrische toepassingen die we eerder in dit artikel duidden) worden deuren en ramen als 'open' beschouwd. De elektrische veiligheidszones kunnen zich uitbreiden voorbij de deur of het raam. Hierdoor kan de grens van een volume verder reiken dan de fysieke wand.
- In dat geval wordt er gewerkt met een reikafstand omheen de vaste wand om de grens van het volume te bepalen. Denk bijvoorbeeld aan een lichtschakelaar die zich buiten je badkamer of doucheruimte, naast de deur, bevindt. Als de deur 'open' wordt beschouwd bij het bepalen van de volumes, dan kan de schakelaar binnen een elektrisch risicogebied (volume 1 of 2) vallen en gelden er strengere regels voor de installatie.
- De deur behorend bij een douche wordt als gesloten beschouwd bij het bepalen van de volumes en als open bij het bepalen van de ruimte.
