- 18 januari 2021
- | Bron: Sanilec
Een perfect match
Flamco en Comap vormen voortaan één unit binnen Aalberts hydronic flow control
Jarenlang waren Flamco en Comap zusterbedrijven binnen Aalberts N.V. Aangezien de samenvoeging van hun complementaire productportfolio’s grote synergievoordelen kan opleveren, hebben beide bedrijven nu beslist om voortaan als één eengemaakte unit binnen de Aalberts-groep verder te gaan.
Onder de vlag van Aalberts hydronic flow control zullen Flamco en Comap in de toekomst samen een compleet gamma aan innovatieve oplossingen op het vlak van verwarmingstechniek en distributie van warmte en koude aanbieden. Daarmee zijn ze gewapend voor de toekomst en verstevigen ze hun positie op de internationale markt.
De expertise van Flamco heeft hoofdzakelijk betrekking op de ketelruimte, met technologieën voor drukbehoud en opslag, efficiëntie en veiligheid, alsook de distributie van warmte en koude en warmteafleversets. Comap is gespecialiseerd in hydraulische uitbalancering, aansluitsystemen, regelsystemen en vloerverwarming. Door beide expertises samen te voegen, bestrijken Flamco en Comap elke fase in de levenscyclus van een gebouw – van de bron tot de afgifte en de distributie.
“Sterke speler op de markt”
“De cirkel is eindelijk rond. Door onze krachten te bundelen, kunnen we onze klanten totaaloplossingen op maat bieden voor verwarming, koeling en waterbehandeling in residentiële, commerciële en industriële gebouwen”, aldus Maarten van de Veen, CEO van Aalberts hydronic flow control. Het doel is duidelijk: de technische prestaties van de systemen over de hele lijn verbeteren en hun rendement maximaliseren zodat het energieverbruik en de bijhorende kosten worden verlaagd.
“De klanten krijgen meer keuzemogelijkheden, maar hun contactpersoon wijzigt niet en dat geldt ook voor de procedures op het vlak van planning en bestelling. Doordat we vanuit een perfect op elkaar afgestemd productaanbod full-service oplossingen op maat kunnen bieden, verstevigen we onze marktpositie en blijven we ook op lange termijn concurrentieel”, besluit Maarten van de Veen.