WERKHUIZEN DECLOEDT VERKIEST
KLEINE SERIES EN ENKELSTUKS

“Wie hier werkt, moet zich goed voelen"

Werkhuizen Decloedt is een leverancier van draai-, frees- en laswerk. Het bedrijf uit Bredene bestaat al 85 jaar en zet in op kleine series en eenmalige werkstukken. Een ideale gelegenheid voor Metallerie om het West-Vlaamse bedrijf op te zoeken en kennis te maken met de activiteiten. “We kiezen voor kleine series en enkele werkstukken omdat het variërend én leuk is", vertelt zaakvoerder Jan Van de Velde. “Daardoor leveren wij kwalitatieve werkstukken op tijd."

AL 85 JAAR STERK IN DE SCHOENEN

Werkhuizen Decloedt is al decennialang een vaste waarde in Bredene. In 1933 richtte Kamiel Decloedt, de grootvader van een van de huidige zaakvoerders, Jan Van de Velde, Werkhuizen Decloedt op. “De bvba zoals we ze nu kennen, was pas opgericht in 1948. Toen was het werk meer gericht op herstellingen. Zowel van schepen als bulldozers en kranen. Nu zijn we meer een onderaannemer. We hebben geen eindproduct, we maken onderdelen op vraag van de klant. Dat zijn grote en kleine bedrijven in de meest uiteenlopende sectoren. Maar we hebben altijd freesmachines, draaibanken en een lasatelier gehad", vertelt Jan Van de Velde.

“We kunnen dus eigen constructies maken en afwerken." Werkhuizen Decloedt maakt wel niet zomaar alles. Het bedrijf is gespecialiseerd in eenmalige stukken en kleine series. “Daar is een simpele reden voor. Ten eerste worden de prijzen in de massaproductie uitgewrongen. Ten tweede zit er veel meer variatie in en is het ook gewoon leuker", legt Van de Velde uit.

MACHINEPARK

Werkhuizen Decloedt beschikt over een uitgebreid machinepark met freesmachines, conventionele machines, CNC-machines, draaibanken, plooibanken, scharen en lastoestellen. “We hebben alles wat een metaalbewerkend bedrijf moet hebben, maar het zijn niet de modernste of snelste machines, omdat we geen grote productie doen. Wat wij moeten leveren, is kwaliteit op tijd“, aldus Van de Velde. “We zijn ook van plan om te investeren in twee nieuwe machines. Een freesmachine en een draaibank. Het zal waarschijnlijk een vijfassige machine zijn, maar we zijn er nog niet uit of die vijfassig simultaan of vijfassig positioneren zal zijn."

INDUSTRIE 4.0

De metaalsector zet de laatste jaren meer en meer in op Industrie 4.0, maar voor Werkhuizen Decloedt is dat nog niet meteen nodig. “Mensen denken dat alles dan vanzelf gaat. Er wordt een tekening gemaakt en een mail gestuurd en dan denken ze dat het af is. Het bewerken van een eenmalig stuk is de laatste vijftig tot honderd jaar amper veranderd. De machines zijn wel sneller en nauwkeuriger geworden, maar als je een gat moet boren, moet je een gat boren. Dat is een beetje de fout van veel bedrijven. Veel mensen verwachten dat ze de dag na de bestelling al hun stuk hebben." Onder meer door de Industrie 4.0 is er steeds minder kennis.

“Vroeger deed je alles zelfstandig met de hand, waardoor kennis noodzakelijk was. Nu gaat het allemaal via de computer en komt kennis op de tweede plaats. We hebben aankopers die geen enkele notie hebben van wat ze bestellen. Ze bestellen een nummer, een prijs en een datum. Maar als je een probleem hebt of vragen over de tekening, dan kan bijna niemand je nog helpen. Vroeger kwam de aankoper van op de werkplaats. Die wist wat hij bestelde en wat mogelijk was qua prijs en tijd. Nu heb je dat amper. Gelukkig hebben wij de knowhow en ervaring om de klant te helpen. En dat is nog steeds het belangrijkste: dat de klant zijn stukken krijgt en geholpen wordt."

PERSONEEL

Momenteel werken er dertien mensen bij Werkhuizen Decloedt, waarvan tien op de werkvloer. “Dat zou met een man of 2 mogen vermeerderen. Maar meer dan 15 willen we niet. 10-15 mensen is perfect haalbaar om iedereen werk te geven en om alles rond te krijgen. Nieuwe werknemers geven we intern opleidingen en er kan ook een opleiding bij de VDAB gevolgd worden."

“En als we een nieuwe machine kopen, dan wordt er opleiding gegeven voor die machine. We gaan ook regelmatig eens naar een beurs met ons personeel. Niet allemaal, maar zij die aan een specifieke machine werken. Dan gaan we eens een dag naar Brussel of Duitsland, de bakermat van de metaalbewerking in Europa. Zij zien dan ook de nieuwe machines, gereedschappen, technologieën … We proberen iedereen op de hoogte te houden. Het belangrijkste voor mij en mijn bedrijf is dat iedereen zich goed moet voelen. Een werknemer die elke dag tegen zijn zin komt werken, die mag vertrekken. Goede werknemers maken goede stukken. Je moet dat met hart en ziel maken. De werknemers moeten niet allemaal even enthousiast zijn als ik, maar ze moeten zin hebben om te komen en een goed stuk kunnen maken", aldus Van de Velde.

Dalend schoolniveau

Het is al lang geweten dat er amper nog technici te vinden zijn om de vacatures te vullen. Ook Jan Van de Velde vindt het moeilijk om nog nieuw geschikt personeel te kunnen vinden. “Dat is een ramp. Mijn zoon is nog niet zo lang geleden beginnen te werken op de werkvloer. Hij kwam uit het VTI in Oostende en heeft eerst in de VDAB in Brugge, waar ze een machinepark hebben, een opleiding van acht maanden gevolgd. De reden daarvoor is het dalende niveau in het technisch secundair onderwijs. Het onderwijs is veel te laks geworden in het geven van diploma's. Tegenwoordig moet Iedereen bachelor- en masterdiploma's behalen."

"Vroeger, als je van het middelbaar afstudeerde, was je klaar voor de arbeidsmarkt. Nu kennen ze bijna niets. De mensen die vroeger afstudeerden, hadden het niveau van een bachelor van nu. Het niveau gaat niet bergaf, maar is in vrije val. De jongere van vandaag is niet slimmer of dommer geworden. Het ligt volgens mij aan het onderwijs. Basiskennis is niet meer belangrijk. Het goed gevoel van de leerlingen is belangrijker dan kennis. Nu willen ze ook de examens niet te moeilijk maken om de leerlingen er toch door te laten. Er is een wake-upcall nodig."

Samenwerking met VDAB

Van de Velde ziet nog een reden voor het tekort aan technisch personeel: “Veel te veel jongeren gaan naar het aso en het hoger onderwijs. Als zij dan diploma's halen, willen ze niet meer met hun handen werken. Er zijn nu veel mensen die met een bachelordiploma zwaaien en eigenlijk in het atelier met hun handen hadden moeten werken als werkplaatsoverste of werfleider. De technische scholen lopen dus leeg. Daardoor hebben de scholen ook geen geld om machines aan te kopen en leerlingen aan te trekken. Het is een vicieuze cirkel."

Van de Velde ziet de toekomst van de technische scholen dus niet meteen rooskleurig in. Hij stelt voor dat de VDAB de scholen bijstaat voor de praktische lessen. “Ze hebben een prachtig machinepark en goede instructeurs. Het tempo van lesgeven ligt wel laag, maar dat leer je vanzelf wel op de werkvloer. Mijn voorstel is dat bijvoorbeeld het VTI van Oostende de theorielessen geeft. Voor de praktijk ga je dan een dag naar het machinepark van de VDAB in Brugge of elders. Dat lijkt mij momenteel de beste optie."

TOEKOMST

Jan Van de Velde heeft dus een heel duidelijke visie over de technische sector en scholen. Hetzelfde geldt voor de toekomst van zijn eigen bedrijf. “We gaan nu investeren in nieuwe machines die we kunnen gebruiken voor eenmalige stukken en waar we ook ons voordeel uit kunnen halen. Zo willen we twee machines per persoon zetten. Als een van de machines bezig is, kan er aan de andere gewerkt worden. Zo halen we meer rendement en met de moderne machines zullen er meer kosten bespaard worden omdat ze sneller en nauwkeuriger zijn. We blijven eveneens inspelen op de kleine series en enkele stukken. We hebben momenteel veel klanten en krijgen veel werk. We mogen niet klagen", concludeert Van de Velde.