- 04 maart 2019
- | 4 min. leestijd
- | Bron: Metallerie
ABMI GROEIT DOOR MET NIEUW GEBOUW
Tandwielspecialist volop bezig met verhuis
Wie tandwielproductie zegt, zegt ABMI. Het bedrijf uit Deux-Acren is al sinds zijn oprichting in 2011 een autoriteit in het produceren van tandwielen. Omdat de meeste bedrijven in België geen ervaring hebben met tandwielproductie, heeft ABMI dan ook een overvolle agenda. Door het werk van de vele klanten heeft de tandwielenproducent de mogelijkheid om de komende jaren te blijven groeien. Zaakvoerder Alain Buyse heeft daarop ingespeeld door een nieuw gebouw te kopen. “We werken momenteel al in het nieuwe gebouw, maar er moet nog wel wat aan gewerkt worden. De verhuis is in ieder geval vlot verlopen, omdat we recht tegenover onze oude werkplaats staan."
ABMI
Alain Buyse Mécanique Industrielle, beter bekend als ABMI, bestaat nog niet zo lang. Het Waalse bedrijf werd pas acht jaar geleden, in 2011, opgericht door zaakvoerder Alain Buyse. Ondanks de jonge leeftijd van het bedrijf barst ABMI bijna letterlijk uit zijn voegen. In de werkplaats wordt hard gewerkt aan zowel stukwerk als klein seriewerk voor verschillende klanten. De laatste jaren groeide het aantal werknemers van twee naar zes. Bovendien begint ook de lijst met klanten uit te puilen. De reden voor die steeds groeiende lijst? Alain Buyse is gespecialiseerd in de nichemarkt van het produceren van tandwielen.
“Het vervaardigen van tandwielen stroomt bij wijze van spreken door mijn aderen“, vertelt de Waalse zaakvoerder. “Na mijn studies ben ik namelijk beginnen werken onder mijn vader. Ook hij heeft als specialiteit het produceren van tandwielen. Ik leerde er dus zo goed als alles wat er over tandwielen geleerd kan worden. In september 2011, na tien jaar werken onder mijn vader, vond ik het tijd om mijn vakmanschap toe te passen om een eigen koers te varen. Daarom besloot ik om ABMI op te richten.“
Complexe stukken
De activiteiten van ABMI zijn zeer variërend: er wordt volop ingezet op CNC-draaien en -frezen van speciale stukken, zowel in serie als enkelstuks. “En uiteraard maken we ook tandwielen“, vult Alain Buyse aan. “Sommige bedrijven weigeren opdrachten waarvan de complexiteit aanzienlijk is, ik pak deze juist aan."
“Dat is, denk ik, ook één van de redenen waarom we zo'n drukke agenda hebben. Bovendien werken we zowel in Vlaanderen als Wallonië.“ Voor de activiteiten worden alle soorten materialen gebruikt: dat gaat van staal tot rvs, brons, polyamide en meer.
INVESTERINGEN
Machinepark
Alain Buyse startte ABMI als een bescheiden maakbedrijf, met een CNC-draaibank en een bewerkingsmachine als onmisbare ruggengraat van de aanbieder van draai- en freeswerk. Al snel groeide echter het besef dat er nood was aan extra draagkracht. Niet alleen door het rijzende succes van het bedrijf, maar ook omdat ABMI steeds meer de focus legde op de specialiteit van de zaakvoerder: tandwielen produceren. Zo kwam er in de laatste drie jaren nog een derde steekmachine bij (voor het uitwendig steken van stukken tot 1 meter diameter), een afwikkelfreesmachine tot 800 mm diameter en een CNC-draaibank voor stukken tot 800 mm.
“In 2017 kwam daar dan ook nog een CNC-draaibank met een draaidiameter van 450 mm en een draailengte van 765 mm bij, evenals een drieassig CNC-bewerkingscentrum. Beide zijn van het merk Doosan en zijn voorzien van een Fanuc-sturing“, vertelt Alain Buyse.
“Ik overweeg ook om nog een extra draaibank bij te bestellen, zij het dan eentje met aangedreven gereedschappen.“ In totaal staan er momenteel op de werkplaats van ABMI drie CNC-draaibanken, twee CNC-freesmachines en maar liefst vijftien tandwielfreesmachines. “We zijn nog volop aan het groeien, dus wie weet, komt daar de komende jaren nog wat bij", aldus Alain Buyse.
Investeren in meer dan machines
De serviceverlening die men bij ABMI nastreeft, vereist een investeringsbeleid dat verder gaat dan louter bewerkingsmachines. Zo investeerde de zaakvoerder een tijdje terug in een CAD/CAM-pakket (Mastercam) om zo de draai- en freesmachines automatisch te kunnen programmeren. “De tekeningen maak ik ofwel zelf (bijvoorbeeld voor bescheiden opdrachten), of ik importeer ze voor klanten die me hun ontwerpen in het juiste formaat kunnen bezorgen.“ Tandwielen worden voor alle duidelijkheid niet geproduceerd aan de hand van het CAD/CAM-pakket. “We hebben de instelling ervan perfect in de vingers, dus de software zetten we exclusief in voor draai- en freeswerk. Wat wél van tel is bij tandwielen, misschien zelfs nog meer dan bij andere componenten, is het handhaven van de beoogde toleranties. Om dit te kunnen waarborgen en onze klanten de nodige kwaliteitsgaranties inzake oppervlaktekwaliteit te kunnen aanreiken, moeten er op korte termijn ook nog een 3D-meetbank en een ruwheidsmeter bij komen.“
Nieuw gebouw
Naast het aanschaffen van nieuwe machines en CAD/CAM-pakketten heeft ABMI sinds kort de volgende stap gezet in het groeiproces: het kopen van een eigen gebouw. Het bedrijf is nog volop bezig met het inrichten, maar de verhuis is al achter de rug.
“Gelukkig was dat niet al te moeilijk. Ons nieuwe gebouw ligt namelijk recht tegenover onze vorige locatie, die we huurden. Dat is dus vlot verlopen", vertelt Alain Buyse. “Het nieuwe gebouw is volledig van ons en heeft een oppervlakte van 1.400 m². Er moet wel nog wat gewerkt worden aan de kamers boven, maar de werkplaats is al volledig operationeel."
PERSONEEL
Net zoals zovele ondernemers kent ook Alain Buyse de problemen bij het vinden van geschikt technisch personeel. “In de meeste gevallen komen mensen bij mij terecht via Forem, de Waalse tegenhanger van de VDAB. Idealiter streef ik op de werkvloer een gezonde mix van leeftijden na, waarbij de jeugd kennis kan opdoen van het ervaren personeel en oudere werknemers wegwijs worden gemaakt in nieuwe technologieën. De mooiste reden tot aanwerving is voor mij steeds motivatie. Competenties vallen in het niet tegenover de wil om te leren en de capaciteit om goed te presteren in teamverband. We zijn dan ook nog steeds op zoek naar gemotiveerde, nieuwe werknemers met een interesse in het produceren van tandwielen. Zo kunnen we blijven groeien“, concludeert hij.