- 03 januari 2017
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 18

Afwerken structuur eerste verdieping - Ep. 18 - In deze aflevering van 'Het zelfbouwhuis' vervolledigen we de indeling van de eerste verdieping. Na het metselen van de buitenste draagmuren en de muren van de slaapkamers, leggen we de bovenliggende verdiepingsvloer met potten en balken. De oude wanden die we behouden, injecteren we tegen opstijgend vocht.
Transciptie
In de vorige aflevering legden we de metselwerken even stil voor de plaatsing van de eerste Z-profielen.
Met deze stalen afwerkboorden bovenop het gelijkvloers, krijgt onze woning al meteen een modernere look.
In deze aflevering gaan we verder met de opbouw van de eerste verdieping.
We werken zo'n 65 uur met de aannemer mee. Tegen 40 euro per uur sparen we op die manier 2.600 euro uit.
Man 1
Voor de eerste verdieping zijn we vertrokken van onze zwarte randprofielen, daarna hebben we onze dragende structuur terug opgemetst.
We hebben deze verdieping opnieuw ingedeeld, dus we hebben de ruimtes opnieuw verdeeld over de volledige oppervlakte. Dus nieuwe stukken muur opgetrokken, maar ook oude stukken, bijvoorbeeld deze gevellijn hebben we bewaard.
Weliswaar in een nieuwe steen, maar de oude structuur is toch nog herkenbaar in onze verdieping.
Langs die oude gevellijn hebben we de vorige keer al een nieuwe parementsteen gezet.
Die dient hier maar op enkele plaatsen als buitenmuur en is vooral bepalend voor de look. Zo zal je door het raam een deel van die gevelstenen binnen kunnen zien.
We doen nu verder met de buitenste draagmuren. Hiervoor gebruiken we de gewone snelbouwers van 14 cm breed.
Het is hier niet nodig om langsonderen een rij kimblokken te plaatsen, want hier kunnen er geen koudebruggen via de grond zijn doordat we al op niveau 1 zitten.
Om degelijk metselwerk te kunnen leveren, is een goeie voorbereiding belangrijk.
We zetten een aantal loodrechte profielen, waarlangs het metserstouw kan gespannen worden. Waar de ramen komen, laten we de ruimte open.
Het is ook nodig om onze gelakte Z-profielen te beschermen met een laagje plastic. De muur komt deels op de profielen, dus moeten we vermijden dat er cementklodders op vallen. Want zo zou je de zwarte verf kunnen beschadigen.
We metselen de stenen hier opnieuw in een halfsteensverband. Op die manier bekomen we een zeer sterke muur en hebben we weinig verlies aan stenen.
We metselen de voegen hier al meteen vol met mortel.
Dit maakt het ons later gemakkelijker bij het pleisteren. Zo kan de pleister niet in de voegen gaan en zal die meer gelijkmatig opdrogen.
Eens de buitenste draagmuren gemetst zijn, kunnen we er de stalen draagbalken – of poutrellen – op plaatsen.
Net als op het gelijkvloers, worden de balken vastgemaakt met mortel en ondersteund door schoren.
Hiermee kunnen we de ruimte tussen de 2 muren overspannen en is er voldoende draagkracht om er het tweede verdiep boven op te bouwen.
Droogtijd?
Waar de balken geplaatst moeten worden, werd vooraf zorgvuldig bepaald door de architecte. Want het is heel belangrijk dat de balk zelf voldoende ondersteund wordt door de onderliggende muren.
Ideaal is dat die langs beide zijden minstens 25 centimeter op een muur rust...
Op die manier is de structuur van onze buitenste schil klaar, maar nu moeten de binnenmuren nog gezet worden.
Op het eerste verdiep voorzien we 2 slaapkamers, dus metselen we ook die muren op.
Een metserstouw is een zeer handig hulpmiddel bij het metsen, maar je moet het natuurlijk steeds op de juiste hoogte hangen.
Dit doe je aan de hand van je vooraf bepaalde lagenmaat.
Die bestaat uit de hoogte van de steen plus je voeg.
Voor je begint te metsen, teken je die maat dan af op je metsersprofielen, die aan beide uiteindes van je muur opgesteld staan. Zo weet je perfect waar je metserstouw moet komen.
Als dit allemaal correct gebeurt, hoef je tijdens het metsen enkel je touw te volgen en je krijgt een perfect rechte muur, met overal dezelfde voegbreedte.
Nu alle muren op de eerste verdieping gemetst zijn, kunnen we beginnen aan de opbouw van de vloer van het tweede verdiep.
Ook hier gebruiken we balken en potten, net als bij het verdiep eronder. Dat is een snelle manier om een stevige vloer te bekomen.
De eerste stap is het plaatsen van de dragende structuur. Dit doen we met gewapende betonbalken.
Die rusten op de stalen liggers of dragende muren, maar doordat die nog niet volledig uitgehard zijn, zorgen we dat alles goed onderschoord is.
De ruimte tussen de balken wordt afgestemd op de grootte van de potten.
Hier gebruiken we traditionele keramische potten, terwijl we op het eerste verdiep potten uit samengeperst karton gebruikten.
Beide vormen een lichte maar stevige ondervloer.
Onder de lightpotten kun je bedrading steken, door hun holle vorm. Maar die moet je dan wel afwerken met een verlaagd plafond.
Onder de aardewerken vulpotten kan je geen bedrading plaatsen maar die kan je wel rechtstreeks bepleisteren. De opbouw van je plafond is daardoor minder dik. Op dit verdiep hebben we weinig ruimte en daarom kiezen we hier voor deze traditionele potten.
Lightpotten
° bestaan uit samengeperst karton
+ ruimte voor bedrading
– verlaagd plafond nodig
Traditionele potten
° bestaan uit gebakken aarde
– geen ruimte voor bedrading
+ rechtstreeks te bepleisteren
De vulstenen dienen als bekisting voor de betonnen druklaag die later op de structuur gegoten wordt.
De stenen zijn perfect afgestemd op de voorgespannen balken, waardoor de puzzel snel gemaakt is.
De boord op de balkjes en de afwerking van de stenen, zorgen ervoor dat je aan de onderkant een mooi effen plafond bekomt.
De vulpotten moeten de volledige vloer bedekken, om er de betonnen druklaag op te kunnen gieten. Daarom zal je misschien enkele potten op maat moeten maken.
Meet na hoeveel je nog nodig hebt.
Met de slijpschijf kan je daarna de steen op maat slijpen. Zo past alles perfect in elkaar.
In tegenstelling tot de potten in samengeperst karton, zijn deze keramieken vulstenen niet stevig genoeg om op te wandelen. Het is dus beter om je via de draagbalken terug naar de vaste vloer te begeven.
Nu de potten en balken gelegd zijn, is de structuur voor onze ondervloer klaar. Maar voor we er het beton op kunnen gieten, voorzien we de strookjes zonder potten van de nodige wapening.
De vulstenen moeten we voor het storten eerst goed nat maken. Dat heeft verschillende redenen.
Ten eerste wordt op die manier de stoflaag verwijderd. Maar vooral: zo hecht het beton beter op de potten.
Onverzadigde potten zouden het vocht uit het beton direct opzuigen, waardoor ze niet aan elkaar kunnen hechten.
Maak je ze eerst nat, dan zijn de stenen al verzadigd en zal het vocht van het beton niet in de potten trekken, waardoor je een veel betere hechting krijgt.
Net als bij de vloer op het eerste verdiep, laten we het beton leveren op afroep. Zo kan alles vlot gaan.
We werken op de tweede verdieping, dus kunnen we onze kraan weer goed gebruiken.
We vullen onze kuip met beton en storten die met behulp van de torenkraan op onze dragende potten- en balkenstructuur.
Aan de buitenkanten hebben we natuurlijk een bekisting voorzien, zodat het beton niet over de rand van het dak kan lopen.
Net als op de eerste verdieping gebruiken we hier vezelbeton.
Dit wil zeggen dat het beton gewapend is met staal- en nylonvezels, waardoor een extra ijzeren wapening niet meer nodig is.
Dit soort beton maakt het gemakkelijker om alle kieren en hoekjes goed te vullen en moet door de toegevoegde vezels zeker niet aan kracht inboeten.
Alles moet mooi verdeeld worden over het hele vloeroppervlak. Met een hark kunnen we hierbij gemakkelijk helpen.
Daarna strijken we alles nog glad met een plakspaan, en dammen we extra aan met een handafwerkspaan.
Op die manier zitten er geen luchtbellen meer in ons beton en krijgen we een stevige en vlakke ondervloer voor onze tweede verdieping.
Door het gieten van de betonlaag vormt het geheel een monoliete vloer, met een dikte van 17 cm.
Die 17 centimeter is dus opgebouwd uit de balken en potten, afgewerkt en opgevuld met een betonnen druklaag van ongeveer 5 cm.
Het is een werkje dat wel wat tijd in beslag neemt, maar met vele helpende handen en een goeie taakverdeling kan alles vlot verlopen.
We denken natuurlijk ook aan onze veiligheid en dragen allemaal een helm.
Om jezelf heel wat poetswerk te besparen achteraf, is het nodig om het gebruikte materiaal onmiddellijk na gebruik af te spoelen nu het beton nog niet aangedroogd is.
Vrouw 1
(Rein)
In een grondige verbouwing als deze, is het ook heel belangrijk om na te gaan of er vocht in de muren zit.
Zo'n metertje is totaal onvoldoende. Wij laten ons daarvoor begeleiden door een gespecialiseerde firma.
Man 1
We gaan een calciumcarbidetest doen.
Deze test is veel preciezer dan de vochtigheidsmeter met de twee pinnetjes. Die meet aan de oppervlakte de vochtigheid, wij gaan tot in de kern van de muur boren en daar de vochtigheid meten.
Man 1
We gaan dus een gaatje boren in de muur.
We doen 20 gram boorsel in deze fles, samen met een ampoule calciumcarbide.
Calciumcarbide is in de volksmond ook gekend als carbuur en werd gebruikt in de veldkanonnen, als er net gezaagd was.
Man 1
De calciumcarbide zal reageren met het vocht in het boorsel, en vormt een gas.
Hoe meer vocht, hoe meer gas, en op deze meter kunnen we dan exact kijken door de druk in de fles hoeveel procent vocht er binnen in de muur is.
Dat is niet alleen belangrijk om te weten of er opstijgend vocht is in de muur of niet, maar het is ook belangrijk om te weten met welk product er moet geïnjecteerd worden.
Man 1
Er zijn verschillende producten. Vroeger werd er altijd geïnjecteerd met producten op basis van solventen.
Zoals in de verfindustrie is dat geëvolueerd naar producten op waterbasis. En de laatste jaren wordt er ook veel geïnjecteerd met een gel.
Man 1
Elk product heeft zijn voor- en zijn nadelen, en het is aan de hand van het vochtpercentage binnen in de muur dat we weten welk product dat hier het beste resultaat zal hebben.
Man 1
We nemen een boorstaal van de voeg én de steen omdat het meeste opstijgend vocht eigenlijk via de voegen omhoog gaat.
Man 1
Dus zoals gezegd gaan we 20 gram boorstof nemen…
Man 1
Bij dat boorstof doen we deze knikkers…
Man 1
En een ampoule calciumcarbide.
En de knikkers gaan de carbideampoule breken.
Man 1
Het vocht in het boorsel reageert met calciumcarbide…
Dat is een chemische reactie die gas heeft.
Het gas geeft een druk in deze fles, en op deze drukmeter zullen we straks kunnen aflezen hoeveel procent vocht er binnen in de muur is.
Man 1
Het resultaat van de carbidetest is dat er 7 % vocht in de muur zit.
Dat betekent dat op 100 kilogram muur, wat niet zo veel is, dat er 7 liter water aanwezig is. Het is dus absoluut noodzakelijk om deze muren te injecteren.
Man 1
Dit is een stuk van de oude achtergevel, een oude spouwmuur. En zoals je kan zien is de spouw gevuld met zeer veel vuil.
Vroeger werd er veel vuil in de spouw gelaten, omdat er toch geen spouwmuurisolatie ingestoken moest worden.
Maar als wij deze muur zouden injecteren boven de vloerpas die hier zal komen. Dat kan je zien gelijk met de DPC-folie in het nieuwbouwstuk.
Als dat vuil blijft zitten, zou dat kunnen zorgen voor problemen doordat het vocht hier nog omhoog kan en boven onze injectie de muur nog kan aantasten.
Daarom is het belangrijk om die spouw ook helemaal uit te kuisen.
Om de spouw te kunnen uitkuisen, moeten we natuurlijk een gat in de muur maken, zodat we het vuil eruit kunnen halen.
We gebruiken hiervoor een elektrische breekhamer, want met de hamer en beitel zou dit veel te veel tijd in beslag nemen.
Met een koptelefoon tegen het lawaai en een bril tegen opspringende brokstukken, zijn we ook volledig veilig bezig.
Je ziet dat we onmiddellijk al wat puin uit de spouw kunnen halen.
Om dit goed te kunnen doen, is het nodig om telkens om de armlengte een nieuw gat te boren zodat je overal mooi bij kan.
Man 1
Zoals je kan zien is er ook in sommige van deze oude muren een roofing geplaatst, als vochtkering. Maar na vele jaren gaat die roofing versterven.
Dat kan je zien hier, dat hij volledig afbreekt en broos geworden is.
Deze geeft geen garantie meer op waterdichtheid en vandaar dat ook deze muren geïnjecteerd moeten worden.
We boren met een steenboor gaten voor onder een hoek van 45 graden naar beneden toe. Op die manier kan het geïnjecteerde product er bij het inbrengen niet uitlopen.
Man 1
De boor wordt gemarkeerd op drie vierde van de dikte van de muur. Zodat we de volledig muur met product kunnen verzadigen bij het injecteren.
Het injecteren zelf laat je best over aan de professional. Die zal bepalen welk product er nodig is en zal met een injectiespuit het product op een correcte manier injecteren. Dit gebeurt ongeveer om de 10 centimeter.
Man 1
Bij opstijgend vocht kan je ook nog een tweede probleem hebben…
In onze bodem zitten er zouten. Voornamelijk nitraten die daar komen door overbemesting.
Deze zouten komen jaren aan een stuk met het opstijgend vocht mee in de muur, het vocht verdampt en de zouten blijven achter in de muur.
Met het injecteren stoppen wij het opstijgend vocht om omhoog te gaan, maar de zouten die in de muur zitten kun je daar niet meer uithalen.
Met dergelijke test kunnen we kijken of er hier zouten aanwezig zijn. Dat is heel belangrijk naar eindafwerking toe, naar pleisterwerk of gyproc, om te weten of er zouten zijn of niet.
Man 1
Dus met deze strip testen we ofdat er zouten aanwezig zijn in deze muur…
Man 1
Zoals je ziet, begint het stripje te verkleuren en wordt het stilletjesaan paars. Dit wil zeggen dat er nitraten aanwezig zijn in deze muur.
Er kan niet rechtstreeks op deze muur gepleisterd worden.
Als je hierop pleistert, zullen de zouten vanuit de muur in het pleisterwerk gaan en zullen ze luchtvochtigheid aantrekken.
Daarom is het belangrijk om daar rekening mee te houden bij de eindafwerking van de muren.
Man 1
Als de muur voldoende uitgedroogd is, kan je eerst een noppenfolie aanbrengen. Dat is een speciale folie die we tegen de muur kleven waar dan op gepleisterd wordt.
Deze folie blokkeert de zouten in de muur en zorgt dat ze niet aan de luchtvochtigheid kunnen.
Een tweede mogelijkheid is een voorzetwand te plaatsen die niet in contact komt met de muur.
In deze aflevering bespaarden we 2.600 euro. Samen met het voorlopige totaal van 27.930 euro komt het gespaarde bedrag nu uit op 30.530 euro.
In de volgende aflevering vervolledigen we de opbouw van het plat dak op de eerste verdieping.
We zorgen voor voldoende isolatie en werken het geheel af met een waterdichte EPDM-laag.