Het zelfbouwhuis - aflevering 40

Hoe een keerwand opbouwen? - Ep. 40 - Terwijl onze ramen in productie zijn, gaan we in de tuin aan de slag. In deze aflevering van Het zelfbouwhuis tonen we hoe je een keerwand kan opbouwen. Die is noodzakelijk om het niveauverschil met de grond van de buren op te vangen.

Transciptie 

In de vorige aflevering zetten we de eerste stap richting het dichtmaken van onze woning, want de ramen werden besteld!

We zagen hoe de aluminium raamprofielen gelakt en voorbereid werden en hoe men erin slaagt om dubbel glas te maken.


In deze aflevering gaan we in de tuin aan de slag, in afwachting van onze ramen. Daar plaatsen we eerst een keerwand, waarmee we het hoogteverschil met de grond van de buren kunnen opvangen.


We werken zo'n 48 uur mee met de aannemer. Tegen 40 euro per uur sparen we op die manier 1.920 euro uit.


Vrouw 1
Ter hoogte van de geburen zullen wij een keerwand moeten plaatsen. Een keerwand, waarom moeten we dat plaatsen? Dat is eigenlijk omdat de grond van de buren hoger ligt dan onze grond. En in functie dat deze grond niet zou een erosie hebben op onze grond en dus niet zou afkalven, moeten we hier eigenlijk een muur plaatsen. Die muur houdt die grond tegen, en op die manier blijft die mooi op zijn plaats en hebben wij een scherpe afbakening tussen de ene buur en de andere.
We plaatsen die keerwand aan de grens met de buren. Daarom is het belangrijk om dit in onderling overleg te doen. Zo kun je de muur meteen op de juiste plaats én met goedkeuring van beide partijen plaatsen!


Om te weten waar de grens tussen beide percelen precies loopt, gaan we eerst een touw spannen.

Aan de straatzijde is gemarkeerd waar de afscheiding zit, dus daar kunnen we meteen een eerste paaltje zetten.

En ook aan de achterzijde is de grens aangeduid, met een betonblokje.

Ook daar kunnen we een paaltje in de grond kloppen.


Door nu een koord tussen beide punten te spannen, weten we waar de scheidingslijn is.


We zullen de muur niet volledig tot tegen de straatkant bouwen, dus moeten we nog de juiste lengte afmeten.

In samenspraak met de tuinarchitect leggen we dit vast op ongeveer 32 meter.

Want aan de straatzijde is er geen niveauverschil met de buur meer en is een keerwand dus overbodig.


Tijdens onze werken maakten we al een afspraak met de tuinarchitect.

We vertrokken van ons grondplan. Door dan zelf aan te geven wat we graag in onze tuin zouden willen, zoals bijvoorbeeld een terras en een serre, werkte die voor ons een voorstel uit.

Samen met de plannen van de landmeter konden we zo ook bepalen waar we een keermuur zullen voorzien.


Nu de exacte locatie bepaald is, kunnen we beginnen aan de fundering.

Die is nodig zodat de muur stabiel staat, en na verloop van tijd niet zou gaan inzakken.

De leverancier van de keerwand geeft ons de nodige richtlijnen die we zo goed mogelijk proberen te volgen.


De fundering moet 40 cm diep zijn.

We beginnen met een laag betonpuin van 35 cm. Ergens halverwege moeten we daarin nog een drainagebuis voorzien om het water af te voeren.

De fundering moet ten slotte afgewerkt worden met een dun laagje kiezels. Die vormen de perfecte grondlaag waarop we de muur recht zullen kunnen bouwen.


We starten met de graafwerken. De fundering moet zo’n 40 cm diep en 70 cm breed zijn, want we moeten aan weerszijden 10 centimeter breder werken dan de muur zelf.

Daarom besluiten we een kraantje te huren.

Met de juiste schop erop gemonteerd, kunnen we dit vlot uitgraven.


Tijdens de graafwerken controleren we regelmatig de diepte met de bouwlezer. Zo is de fundering overal even diep, en graven we niet te veel weg.


Om ervoor te zorgen dat onze onderlaag niet te veel bevuild zou worden met aarde of modder, leggen we een worteldoek in de sleuf.

Wij doen dit als extra veiligheid, maar dit is in principe niet per se nodig.


Daarna kunnen we beginnen opvullen.


Ook hier komt onze graafkraan weer goed van pas. We kunnen er het betonpuin snel en gemakkelijk mee verdelen.

We leggen eerst een laag van ongeveer 15 centimeter. Daarop plaatsen we de drainagebuis met een diameter van 8 centimeter.


Die zal het water dat in de fundering komt opvangen en afvoeren, want droog betonpuin zorgt voor een goeie waterdoorlating.

Mocht je fundering niet drainerend zijn, dan zal het water onder de muur opstapelen, wat kan leiden tot verzakking van je grond.

Want de grond die uiteindelijk tegen de muur komt, aan de kant van de buur, zal ook veel water bevatten. De drainage zorgt dus voor een blijvend stabiel resultaat!


Zorg ervoor dat de buis licht afloopt richting de kant waar de afvoer zal zitten, zo blijft het water niet in de buis staan.

Zo’n drainageleiding is gemaakt van een PE buis met een polypropylenen omhulling. Het vocht kan zo door de wand sijpelen en komt dan uiteindelijk in de buis terecht.


Man 1
Hier komt een keermuur omdat het stuk van de buur hoger ligt dan ons uiteindelijk grondniveau.

En voor deze keermuur hebben we hier een fundering gedolven.

Daarin komt een worteldoek om natuurlijk het onkruid tegen te houden. Wat betonpuin.

Dat zorgt voor een goeie drainage. En om zeker te zijn dat al het water perfect wegkan, hebben we ook nog een drainagebuis die hierin wordt ingewerkt.

Nu gaan we verder opvullen met betonpuin, dat wordt aangetrild en daarop kunnen we dan onze keermuur plaatsen.
Het resterende betonpuin leggen we nog zo’n 20 cm dik, zo heeft de totale laag de voorgeschreven dikte van 35 centimeter.


Je gebruikt best grof betonpuin voor je fundering. Afhankelijk van je leverancier kan dit gaan om stukken van 4 tot 40 mm.

En zitten er toch fijne deeltjes in, zorg er dan voor dat die maximum 10 % van de totale massa bedragen. Zo ben je er zeker van dat er voldoende waterdoorlating zal zijn in je fundering.


We werken onze fundering af met kiezels met korrelgrootte 2/7.

Deze maat wil zeggen dat de grootte van de steentjes ligt tussen 2 en 7 mm. Dit is dus een stuk fijner dan ons betonpuin.


Met deze laatste waterdoorlatende laag, kunnen we de ondergrond egaliseren. Op die manier hebben we een vlakke basis waarop we onze keerwand kunnen bouwen.


Deze laag hoeft maar een paar centimeter dik te zijn. Daarmee heb je al voldoende speling om de fundering te nivelleren.


Ligt alles op het gewenste niveau, dan moeten we ten slotte nog aantrillen.

Door dit te doen zet je alle onderliggende steenbrokjes vast, waardoor je later geen verzakkingen meer kan krijgen.


Met de trilplaat ga je een paar keer over de toplaag, zodat de volledige fundering geïmmobiliseerd is.


We kunnen nu aan de keerwand zelf beginnen.

Op het meegeleverde plan zien we meteen het opzet.


Naast de muurblokken – die verkrijgbaar zijn in verschillende kleuren, en de counterblokken – die zorgen voor het tegengewicht van de muur, heb je ook verankeringsblokjes.

Die zorgen ervoor dat de muurstenen stevig op elkaar blijven zitten.


Ten slotte werken we alles af met afdekstenen.


Man 1
Op onze fundering hebben we een laag kiezel geplaatst. We hebben die aangetrild… en vlak gelegd.

Nu kunnen we verder gaan met ons droogstapelsysteem. We hebben dus zichtblokken en counterblocks.

De counterblocks haken in de zichtblok en zorgen voor een stabiel geheel.

Het belangrijkste is dat we volledig waterpas werken, in één rechte lijn.
We positioneren ons richttouw eerst precies op de plaats en hoogte waar onze eerste rij moet komen.

Zorg ervoor dat je onderste rij iets onder het afgewerkte grondniveau zal komen. Zo zit de muur goed ingesloten en verhoog je de stabiliteit van het geheel.


Daarna kunnen we met de opbouw beginnen.


Het is uiterst belangrijk dat de onderste rij perfect recht ligt!

Doordat we hier met een droogstapelsysteem werken, te vergelijken met legoblokken, is er geen tussenliggende lijmlaag die eventuele hoogteverschillen kan compenseren…

Ligt onze eerste laag niet pas, dan zal de rest van de keerwand met andere woorden ook niet recht zijn.


Muurblok, verankeringsblok en counterblok.

Droog gestapeld, te vergelijken met een legoblok, zonder lijm of andere verbindingsmiddelen. Gaat snel.

Gevuld met gebroken steenslag zonder zandaandeel, essentieel voor de drainage.

oplossing om eenvoudig betrouwbare keermuren te realiseren voor het opvangen van alle mogelijk grond- en niveauverschillen, met een decoratief resultaat.
De kiezellaag geeft ons de nodige ruimte om de stenen perfect vlak te plaatsen.

We laten ze aansluiten tegen ons opgespannen metserskoord en controleren met de waterpas in verschillende richtingen of alles recht ligt.

Waar nodig kunnen we bijtikken met een rubberen hamer. Hiermee kunnen we bijregelen, zonder de steen te beschadigen.


Met de bouwlezer controleren we tijdens het werken ook regelmatig of onze rij op de juiste hoogte staat.


We plaatsen aansluitend de counterblokken. Die passen met hun tanden perfect in de groeven van de muurstenen.


Als de muurstenen correct geplaatst zijn, met de zijde waarbij de randen van de openingen uitgefreesd zijn naar boven, dan kunnen we ook de verankeringsblokjes voorzien.


Die moet je geschrankt plaatsen.

Dit wil zeggen in het ene gat met de tanden naar boven en onder, en in het naastliggende gat met de tanden zijwaarts gericht.

Dit zorgt voor een veel steviger resultaat, doordat de stenen beter verankerd zitten en minder kunnen bewegen.


Het plaatsen van de eerste rij vergt geduld en precisie. Maar eens je de voor jou meest comfortabele methode gevonden hebt, is dit relatief eenvoudig.


Je kan ervoor kiezen om met een lijmkam of pleisterspaan de onderlaag te vereffenen.

Maar ook een waterpas kan als afrijlat gebruikt worden.


Ben je met meerdere personen tegelijk aan het werk, dan kan je elkaar gemakkelijk aanvullen.

De ene legt de stenen, terwijl de andere achterkomt om de verankeringsblokjes of counterblokken te plaatsen.


Op het uiteinde van de muur gebruikten we een hoekblok. Die is langs de zijkant ook afgewerkt, zodat dit een mooi resultaat geeft.

Om de laatste counterblok nu te maskeren zullen we nog een terugslag maken met een muursteen.

Maar daarvoor moeten we die halveren.


Nadat we dit netjes afgetekend hebben, kunnen we die op maat maken met de grote slijpschijf.


Let daarbij op dat je van je muur weg slijpt. Zo komt het stof niet op je stenen terecht, en heb je geen schade. Want dit stof bevat cementaandelen die zich op de muur zouden kunnen vasthechten.


Is de steen gehalveerd, dan kunnen we die met de waterpas en rubberen hamer goed positioneren, zodat de hoek perfect op de rest van de muur aansluit.


Eens onze eerste rij grotendeels geplaatst is, kunnen we overgaan naar de volgende stap: het verzwaren van de counterblokken.

Want die zijn op zich niet zwaar genoeg om voldoende tegengewicht te bieden aan onze muur. Daar komt immers een serieuze kracht tegen, door de hogere grond van de buren.


We gaan de counterblokken daarom opvullen met gebroken steenslag. Wij gebruiken hiervoor opnieuw gerecycleerd betonpuin. Met een korrelgrootte van 4/20.

Doordat hier geen zandaandeel in zit, is ook de muur waterdoorlatend. Zo kan het water uit de grond weg en zal het niet drukken op de muur, wat de duurzaamheid van de keerwand ten goede komt.


Om het betonpuin aan te voeren, gebruiken we een kniklader. Die zal het werk heel wat vlotter doen verlopen.

Mits wat uitleg over de werking ervan, is die in principe gemakkelijk te besturen.


Met de schepbak kunnen we het betonpuin tot bij de muur aanbrengen.


Daar hoeven we dan nog enkel het steenslag uit de bak te scheppen met een schop, om het daarna in de counterblokken te doen.


Het spreekt voor zich dat met hoe meer personen je aan de muur kan werken, hoe sneller je vooruit gaat. Want door elkaar aan te vullen, kun je onafgebroken verder bouwen.


Maar voor we nu de volgende laag kunnen plaatsen, moeten we alles nog heel goed afborstelen.

Want kleine steentjes kunnen er al voor zorgen dat de bovenliggende muursteen niet meer volledig recht ligt, wat dus een grote invloed kan hebben op het eindresultaat.


Zijn alle oneffenheden verwijderd, dan plaatsen we de tweede rij muurblokken.


We kiezen ervoor om ze in een halfsteensverband te plaatsen. Dit wil zeggen dat de voeg precies boven het midden van de onderliggende steen komt.

In principe is dit voor lage muren niet echt nodig, maar het kan nooit kwaad voor de sterkte van je muur. En het oogt nog mooier ook!


Daarop volgend plaatsen we de volgende rij counterblokken.

Die hebben geen boven- of onderkant, in tegenstelling tot de muurblokken.


En ondertussen voorzien we ook de nodige verankeringsblokjes.


Vanaf nu gaat de opbouw snel.

Het meest tijdrovende werk was het uitlijnen en plaatsen van de onderste laag, de rest is nu kinderspel.

Want we moeten de volgende rijen nu gewoon stapelen!


Het enige waar we moeten op letten is dat we het halfsteensverband aanhouden en dat we de steen niet ondersteboven plaatsen.

De uitgefreesde rand moet langs boven zitten, anders krijgen we er de verankeringsblokken niet goed tussen.

En ook tussenliggende steentjes moeten grondig verwijderd worden, zodat die niet voor spleten in de naden zorgen!


Vanaf nu kunnen we de counterblokken ook in meerdere lagen tegelijk vullen met betonpuin.


We passen de hoogte van onze muur aan aan het grondniveau van de buren.


De counterblokken stoppen we twee rijen lager.

Met vier lagen hebben we hier genoeg tegengewicht, en zo kunnen we op die counterblokken aarde aanvullen tot tegen onze muur. Zo krijgen we een proper en aansluitend resultaat!


We gaan voor een verzorgde afwerking, dus in afspraak met de buur vullen we zijn grond meteen ook aan met teelaarde, tot het niveau van de muur.

Want beter een goeie buur dan een verre vriend! :-)


Man 1
We plaatsen opnieuw een worteldoek om de drainerende functie van onze muur te vrijwaren.

Eerst een beetje aarde erop dat het niet wegwaait en straks vullen we aan tot op het gewenste niveau.
In de fundering voorzagen we al een worteldoek, en ook bovenop onze counterblokken leggen we een strook.

Zo voorkomen we dat de aarde na verloop van tijd ons betonpuin zal doen dichtslibben en de drainage van de keerwand in het gedrang komt.


Nadat we wat aarde op het doek deden zodat het mooi op zijn plaats zou blijven liggen, kunnen we met de graafmachine en de schop de rest van de grond aanvullen tot tegen onze keerwand.


Op onze bovenste muurblokken kunnen we geen verankeringsblokjes plaatsen, doordat er nog dekstenen als afwerking op de muur moeten komen.

Die mag je daar in principe gewoon op verlijmen.

Maar wij willen achteraf ook een omheining plaatsen. Doordat we een deel van onze omheining op de muur zullen moeten fixeren met palen voorzien van een voetplaatje, hebben we een voldoende vaste ondergrond nodig om in te kunnen boren.

We beslissen daarom om de gaten op te vullen met beton, want daarin zullen we stevig kunnen verankeren.


We gebruiken snelhardend beton. Dat geeft ons een goed resultaat en doordat het snel opdroogt, hebben we minder kans dat we een grijze waas op onze muur zullen krijgen.


We maken een mal met een restje DPC-folie, zodat we niet morsen op onze stenen en onze muur.


In principe volstaat het om eerst het betonmengsel in het gat te doen en daarna aan te vullen met water.


Wil je sneller kunnen werken, dan kun je het beton al vooraf mengen.

Hou er wel rekening mee dat dit heel snel uithardt, dus je moet dit vlot kunnen verwerken.

Hoe warmer het is, hoe minder tijd je hebt.

Daarnaast moet je je materiaal ook onmiddellijk schoonmaken, zodat het beton niet aankoekt!


Maak het niet te lopend, zodat er geen vocht uit het beton in de muur sijpelt, wat een grijze sluier zou kunnen veroorzaken.


Onze muur is al nat door het regenweer, het is dus niet nodig om extra te bevochtigen voor een betere hechting, want de stenen zijn al verzadigd!


Dit beton droogt snel uit, dus kunnen we meteen ook de afdekcaps plaatsen.


Die bevestigen we met gewone mortel, waarbij latex toegevoegd is.

Dit bindmiddel zorgt voor een extra stevige hechting van onze dekstenen op de ondergrond.


We maken onze specie niet te lopend, zodat we die in bergjes op onze muur kunnen aanbrengen.

Op die manier kan de mortel nog wat zakken bij het plaatsen van de stenen, en heb je meer ruimte om bij te regelen.


Dit doen we met onze waterpas en een rubberen hamer.


Hoe rechter we onze dekstenen uiteindelijk plaatsen, hoe minder werk we zullen hebben om de omheining recht uit te lijnen.


Aan de voorkant laten we de afdekcaps mooi aansluiten op de muur.

En de voeg strijken we ten slotte af met onze voegspatel.


We eindigen met het precies opmeten we onze afgewerkte muur, zodat we de exacte maat kennen voor we onze omheining bestellen.


Door ongeveer 48 uur mee te helpen met de aannemer bij het opbouwen van de keermuur, kunnen we zo’n 1.920 euro besparen.

Samen met de reeds bespaarde 46.910 euro, komen we op een voorlopig totaal van 48.830 euro.


In deze aflevering bespaarden we 1.920 euro. Samen met het voorlopige totaal van 46.910 euro komt het gespaarde bedrag nu uit op 48.830 euro.


In de volgende aflevering gaan we onze omheining plaatsen.

Een deel ervan komt op onze keerwand, de rest in de volle grond. We werken het geheel af met een dubbele poort, zodat we de tuin nog gemakkelijk kunnen bereiken.

 

Kleurenschema
Aantal tegels per rij
Beeldverhouding
Weergave
Hoeken afronden
0

Welkom bij Professional Media Group 

Professional Media Group maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met Het privacy- en cookiebeleid.