- 17 april 2018
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 41

De omheining zetten - Ep. 41 - Om ons perceel veilig af te schermen, plaatsen we een omheining. Een deel ervan komt op de keerwand, de rest installeren we in de volle grond. Daarna werken we het geheel af met een dubbele poort en privacy strips.
Transciptie
In de vorige aflevering gingen we in de tuin aan de slag.
Omdat er een niveauverschil is met de grond van de buren, zetten we een keermuur.
Nadat we een waterdoorlatende fundering voorzagen, bouwden we de wand op met een droogstapelsysteem.
In deze aflevering plaatsen we een omheining.
Een deel ervan komt op onze keerwand, de rest in de volle grond.
De plaatsing van de omheining doen we volledig zelf. In ongeveer 72 uur zijn we klaar. Doe dit maal de gemiddelde uurprijs van een gespecialiseerd plaatser, en je bespaart al gauw 2880 euro!
Toen onze keerwand afgewerkt was, maten we die op om zijn definitieve lengte te weten.
Met die info én het plan van de landmeter kunnen we nu een omheining kiezen.
We willen een afrastering die ons perceel rondom rond afsluit, zodat er geen ongewenste gasten onze tuin binnen kunnen.
Nadat we het aanbod wat verkend hebben, kiezen we uiteindelijk voor een omheining met vaste draadpanelen.
Het is uiteraard belangrijk om voor het bestellen na te gaan of de omheining verenigbaar is met je ondergrond, in dit geval op onze keermuur.
Pas als je zeker weet dat het praktisch mogelijk is, kan je de omheining van je keuze aanschaffen.
Zo kom je niet voor onaangename verrassingen te staan bij de installatie.
In overleg met de tuinarchitect leggen we de hoeveelheden vast en kunnen we de bestelling plaatsen.
Eens alles geleverd is, beginnen we met de installatie van de omheining op de keerwand.
Om niet overhaast te werk te gaan, meten we alles eerst goed op.
We weten dat een paneel 2,50 meter breed is, dus kunnen we zo berekenen hoe groot ons reststuk zal zijn en waar we dit willen positioneren.
Om zeker te zijn van een proper en strak resultaat gaan we de omheining goed gestructureerd opbouwen.
We zetten eerst een paal, daarna een paneel, dan terug een paal enzovoort.
Ben je ervaren, dan kun je eventueel eerst alle palen zetten, maar dan moet je wel 100 % zeker zijn dat alles goed zal uitkomen. Want een minimum aan speling in de breedte van je panelen kan er al voor zorgen dat ze niet meer tussen de palen passen.
Door pas de volgende paal te zetten, eens je het paneel ertussen gepast hebt, kan je dit voorkomen en foutloos je omheining plaatsen!
Man 1
We plaatsen een omheining bestaande uit stevige palen en een voorgevormd draadpaneel.
Onze palen hebben voor dit stuk een bodemplaat, voorgeboord, die we kunnen fixeren op deze betonnen keermuur.
In het beton boren we diep genoeg en werken we met een draadstang… en een chemisch anker.
We leggen eerst alle onderdelen ter plaatse en controleren met een metserskoord of onze muur recht is.
Dat is zo, dus we kunnen de lijn van de muur als referentie gebruiken om onze omheining ook in een rechte lijn te plaatsen.
Op de keerwand werken we met palen met een voetplaatje. Door nu telkens dezelfde afstand ten opzichte van de voorkant van de muur af te meten, werken we recht.
We tekenen de al ingefreesde gaatjes in het voetplaatje af op de muur, zo weten we waar we moeten boren.
Want we gaan de palen met draadstangen aan de muur bevestigen.
We vulden daarom de bovenste gaten van de muurblokken op met beton, zodat we een stevige ondergrond hebben om in te verankeren.
De diepte van de verankering hangt af van je ondergrond. In ons geval steken we de draadstangen best zo’n 12 à 15 cm diep in de muur.
Om straks vlot te kunnen doorwerken, gaan we nu al onze draadstangen op maat slijpen.
We hebben stukken van 1 meter met een dikte van M10 gekocht. Maar ook M12 zou in principe lukken.
We maken onze stukken 20 cm lang, zo hebben we nog voldoende marge om alles stevig te bevestigen.
Voor we de draadstang doorhalen, moeten we eerst onze moeren – ook met maat M10 – op de draad steken.
Want door de bramen van het slijpen, zou je ze er achteraf misschien niet meer op krijgen.
Je kan dit manueel doen, al duurt dit wel een eindje.
Maar er bestaat ook een handig trucje: met behulp van een schroefboormachine!
Als de diameter van je draadstang in de machine past, kun je die erin steken.
Op die manier kun je hem veel sneller laten roteren dan met de hand, en heb je de moeren er in een mum van tijd opgedraaid.
Zitten de moeren op je draadstang, dan kan je met de slijpschijf de stukken op maat slijpen.
De gaatjes tekenden we al af, dus die kunnen we nu gaan inboren.
Gebruik voor een draadstang met dikte M10 een boor met diameter 12 of 14. Zo is het gat iets groter en is er voldoende ruimte voor het chemisch anker om zich vast te zetten.
Onze boor is exact 15 cm lang, we hoeven hem dus niet af te plakken om te weten hoe diep we precies moeten boren.
Het eerste gedeelte boren we voorzichtig, zodat we onze afdekcaps niet zouden beschadigen.
Eens je daardoor zit, kun je op volle kracht verder boren tot de gewenste diepte.
Je kan ook een diamantboor met de juiste diameter gebruiken om door de deksteen te geraken.
Zo’n boor is in feite geschikt om in tegels te boren en verkleint de kans dat we onze poreuze deksteen zullen beschadigen. Want die snijdt namelijk, in plaats van te boren.
Hou er wel rekening mee dat zo’n boor best wel duur is!
Het gedeelte onder de deksteen kun je verder doen met een steenboor, want daar boor je immers in het onderliggende beton.
Let erop dat je de boor mooi loodrecht houdt, zodat je draadeindes straks ook recht zullen zitten.
Haal tijdens het maken van de gaten je boor regelmatig eens naar boven. Zo stapelt het boorstof zich niet op in het gat, wat het boren zou kunnen belemmeren.
We moeten de gaten nu nog stofvrij maken. Met een speciale reinigingspomp kunnen we het vuil er uitblazen.
Zorg ervoor dat ook het diepste punt van het boorgat proper is, zodat het chemisch anker ook daar een goeie hechting heeft.
Deze 2-componentenpasta zal ervoor zorgen dat de draadstang muurvast in het boorgat zit.
Maar omdat het product optimaal zou werken, moet het goed gemengd zijn.
Je steekt de tube in een kitpistool en pompt tot er pasta uitkomt.
Zie je dat de lichte en de donkere component zich mixen en er dus een lichtgrijs product uit de spuitmond komt, dan zit het goed en kan je eraan beginnen!
Vul de gaten daarna van beneden naar boven. Zorg ervoor dat je genoeg product aanbrengt, zodat je wat weerstand ondervindt bij het insteken van de draad.
Komt er wat overtollig chemisch anker uit het gat bij het indraaien, dan zit je safe en zit er voldoende in!
Haal de uitpuilende pasta meteen ook weg, zo koekt dit niet vast aan je stenen.
Respecteer nu de nodige droogtijd van het vulmiddel. Op de verpakking staat aangegeven na welke tijd je het product mag belasten.
Is het voldoende uitgehard, dan kunnen we er de paal op zetten.
Door de uitgefreesde bevestigingsgaatjes van het voetplaatje vooraf af te tekenen, zou de paal moeiteloos over de draadstangen moeten passen.
Om hem vast te maken gebruiken we inoxen rondellen en moeren.
De rondellen zorgen ervoor dat de moeren niet in het ijzer trekken bij het aanspannen.
We gebruiken inoxen exemplaren van beide, zo gaan ze na verloop van tijd zeker niet roesten.
Wat we vervolgens moeten doen, is de rechtheid controleren.
We checken dus zowel aan de voor- als aan de zijkant of de paal waterpas staat.
Waar nodig steken we spietjes tussen de voetplaat en de muur, zo kunnen we bijregelen tot de paal volledig recht staat.
We gebruiken kunststoffen kaleerblokjes met diktes van 1 tot 3 mm. Die zullen niet roesten en geven ons de kans om heel nauwkeurig te werken.
Nadat we herhaaldelijk corrigeren en controleren of het waterpas is, draaien we uiteindelijk de moeren aan met een bijpassende moersleutel.
Nu de eerste paal er staat, kunnen we de volgende gaan positioneren.
Door het net ter plaatse te hangen, kennen we de locatie voor de tweede paal.
De tussenafstand is zo al juist, en als we dan nog de correcte afstand ten opzichte van de voorkant van de muur afmeten, kennen we de volledig exacte positie.
We tekenen de gaten eerst over op de muur, en daarna kunnen we de paal en het draadpaneel terug weghalen om de verankeringspunten te kunnen voorzien.
De gaatjes boren we voorzichtig door, waarna we ze stofvrij maken.
Je kan hiervoor eventueel ook een compressor gebruiken, maar je moet wel diep genoeg kunnen blazen, zodat de onderkant van het boorgat ook gekuist is.
We zijn met genoeg personen aan het werk om ook onmiddellijk al de volgende bevestigingspunten te kunnen markeren.
Dit houdt wel een zeker risico in, dus is het heel belangrijk om alle losse palen en netten voldoende stil op hun plaats te kunnen houden.
Want mocht je tweede paal al een paar millimeter te ver zitten, heb je daarna ook problemen om je volgende paneel geplaatst te krijgen.
Nadat we alles heel nauwkeurig opgemeten en afgetekend hebben, kunnen we de muur terug vrijmaken en de gaten boren.
Op die manier kunnen we meerdere verankeringspunten tegelijk in orde maken.
Zo kunnen we ons chemisch anker efficiënter aanbrengen en verkorten we ook de wachttijd.
De ankers voor de verschillende palen zullen nu gelijktijdig drogen, waarna we meteen 3 panelen samen zullen kunnen bevestigen.
We spuiten de gaten van beneden tot boven vol met pasta.
En we steken er meteen de draadstangen in.
Die moet je in wijzerzin in het gat draaien, zodat de schroefdraad volledig opgevuld raakt met anker.
Puilt er wat teveel aan product uit, dan is dit perfect, want zo weet je dat het boorgat voldoende vol zit.
Veeg het gewoon onmiddellijk af, zodat het geen vlekken maakt op de afdekcaps.
Daarna moeten we de 2-componentenpasta laten drogen.
Is hij uitgehard, dan kunnen we de draadstangen gaan belasten.
We schuiven eerst de palen over de uiteindes en draaien de moeren met rondellen er losjes over.
Dan kunnen we ons eerste paneel definitief gaan bevestigen, nadat we uiteraard met de waterpas controleerden of de tweede paal mooi recht staat.
De netten hebben horizontaal een dubbele draad die je gemakkelijk over de bevestigingsstukjes op de palen kan haken.
Controleer goed of het paneel bij alle stukjes juist zit, en daarna kun je er de afwerkingslat op gaan monteren.
Die voorkomt dat de draad van het blokje zou kunnen glijden en klemt alles vast.
Je hangt de lat op met de bijgeleverde inbusschroeven en draait die vast met een slagschroevendraaier met de juiste bit of met een inbussleutel.
Op dezelfde manier fixeer je ook de volgende panelen.
Wanneer je ten slotte het chemisch anker voor de zekerheid nog wat extra hebt laten uitdrogen, kun je de uitstekende draadstangen korter maken.
Vergeet zeker niet je moeren nog eens goed aan te spannen, voor je ze afdekt!
Door er zwarte plastieken afdekkapjes op maat van onze M10-moeren op te zetten, krijgen we een proper afgewerkt geheel.
En het vormt bovendien nog een extra bescherming tegen het roesten!
Op die manier doen we verder om onze omheining op de keerwand te plaatsen.
We bevestigen paneel per paneel zodat we een naadloos resultaat bekomen.
Daarmee staat de omheining op onze muur er, maar we moeten nu nog het andere deel doen.
Man 1
De palen aan deze zijde plaatsen we in volle grond.
Het zijn hoge palen dus we steken ze voldoende diep en zetten ze vast met een snelhardend beton.
Om onze palen in de goeie positie te houden zetten we ze vast met een paar planken en lijmklemmen.
Man 1
Ook voor deze kant werken we paneel per paneel. Dus we plaatsen de eerste paal, dan het eerste paneel en sluiten daarna aan.
Tussendoor, terwijl ons chemisch anker aan het drogen was, troffen we al de voorbereidingen voor het stuk omheining dat we in de volle grond gaan installeren.
We analyseerden de plannen al, zodat we de locatie voor de palen - en dus ook de putten - al weten.
De putten moeten niet zo groot zijn, dus met een gewone spade kunnen we die gemakkelijk uitgraven tot op de vereiste diepte.
Aan deze zijde spannen we een touw om onze omheining volgens de juiste lijn en volgens de perceelsgrens te kunnen uitlijnen.
We beginnen aan de hoek met de keerwand.
Zo kunnen we de hoogte van de paal afstemmen op de al geplaatste hoekpaal.
Met behulp van lijmklemmen en planken gaan we de paal nu volledig correct positioneren.
Aan de ene kant klemmen we de plank aan de paal, en het uiteinde zetten we dan vast aan een steen.
Door nu voortdurend met de waterpas te controleren en bij te regelen, komen we uiteindelijk tot een volledig rechte positie.
En we vergeten niet om ook aan de bovenzijde te controleren of de paal uitgelijnd is met de rest van onze omheining.
Zijn we zeker van het resultaat, dan gaan we de paal vastzetten met snelhardend beton.
Zo’n betonmix hoef je enkel in het gat te storten en aan te vullen met water.
De samenstelling zorgt ervoor dat dit snel hard wordt, waardoor de palen vlot kunnen geplaatst worden.
Onze putten zijn ongeveer 25 op 25 cm groot en 60 cm diep. Op de verpakking zien we dus dat we ca. 3 zakken per put zullen nodig hebben.
Na een 20-tal minuten mag je de ondersteunende palen al weghalen.
Wacht daarna nog een beetje langer voor je er het net op gaat hangen, zo trek je de paal niet schuin.
We passen het net dan aan de paal en weten zo waar de volgende steun moet komen.
We gebruiken een resterend korter draadpaneel van op onze muur om de tussenafstand te bepalen, maar dit lukt uiteraard even goed met een groot exemplaar.
Het is nu opnieuw een kwestie van voordurend bijregelen tot de paal volledig recht staat.
Hij moet aansluiten op ons metserstouw en ook horizontaal moet hij even hoog staan als onze eerste paal.
En als we tevreden zijn, zetten we terug vast met beton.
Door wat met de spade in het mengsel te steken, mengt het beton zich goed met het water en voorkom je dat er zwakke plekken in de voet zullen zitten.
Eens ook die steun voldoende uitgehard is, kunnen overgaan naar de volgende.
Door een draadpaneel te hangen, weten we waar de naastliggende paal moet komen.
Doordat we hier een omheining van 2 meter plaatsen, moeten de palen minstens 60 cm in de grond zitten. De afsluiting zal immers veel wind vangen en moet dus stevig in de grond verankerd worden.
Is je omheining een stuk lager, dan volstaat een diepte van 40 cm.
Om ervoor te zorgen alles ook horizontaal in één lijn ligt, hebben we nu ook langs boven een metserstouw gespannen.
Daarnaast controleren we met de waterpas op de liggende draden van het net of het recht hangt.
Het is nodig om de paal met 2 voligeplanken vast te leggen.
Die zet je beide in een andere richting, zodat je zowel voor- en achterwaarts als zijwaarts een steunpunt hebt.
Het afregelen doe je met de waterpas en een rubberen hamer, zodat je de lak niet beschadigt.
En ook de opgespannen touwtjes langs boven en onder zijn een belangrijk hulpmiddel.
De zijwanden van de put zijn al wat vochtig, dus mogen we er ons betonmengsel gewoon ingieten.
Daarna vul je aan met water – volgens het voorschrift van de verpakking – en verdeel je het zorgvuldig met de spade.
Doe nog een laatste check-up met de waterpas en dan kan het drogen.
Ondertussen kunnen we ons eerste net definitief gaan bevestigen.
Bij de aansluiting met de keermuur zullen we een uitsparing moeten maken.
We houden het paneel daarom eerst ter plaatse en duiden met tape aan waar we precies zullen moeten slijpen.
Omdat we de draad door de tape doorslijpen, verkleinen we de kans op beschadiging.
Uiteraard komen de doorgehaalde uiteindes nu wel bloot te staan.
Die hebben geen beschermende laklaag, dus daarom gaan we die nog behandelen.
Met wat retouchespray van koude zink voorkomen we dat die punten zouden beginnen roesten.
We schuiven een stukje karton over de uiteindes, zodat de spray niet over de rest van het paneel vernevelt.
Is de koude zink voldoende gedroogd, dan gaan we er nog een laagje verf op spuiten in hetzelfde RAL-kleur als onze omheining, in dit geval RAL 7016.
Op die manier zijn de doorgeslepen delen beschermd en proper afgewerkt, zodat je een naadloos resultaat bekomt.
Daarna kunnen we het paneel gaan monteren op de palen.
Door de weggehaalde hoek, hebben we nu een perfecte aansluiting met de muur.
We schroeven de afdeklatten nog over de naden, zodat het draadpaneel niet meer van de bevestigingblokjes kan glijden.
Voor de rest van de omheining gaan we op dezelfde manier te werk.
Het is in principe niet moeilijk, maar het vergt wat geduld en precisie om alles recht uit te lijnen.
Het is uiteindelijk wel belangrijk dat je de nodig tijd steekt in het passen, want dat bepaalt uiteindelijk of je omheining recht zal zijn en verzorgd oogt.
Aan de achterzijde moeten we een trapje maken in onze omheining, omdat de grond wat schuin afloopt en er anders te veel ruimte onder de afsluiting zou zitten.
In het tweede deel gaan we onze omheining van een dubbele toegangspoort voorzien.
Daarna vlechten we strips tussen onze draadpanelen, zodat we van de nodige privacy verzekerd zijn.