- 02 mei 2019
- | Bron: Dobbit
Het zelfbouwhuis - aflevering 57

Vloerafwerking: vloer betegelen - Ep. 57 - In de vorige aflevering plaatsten we ontkoppelingsmatten om de vormveranderingen van onze chape - onder invloed van de vloerverwarming - op te vangen. Nu kunnen we aan de laatste fase van onze vloerafwerking beginnen: het vloeren. We bedekken de gelegde ontkoppelingsmatten met natuursteentegels. Maar voor we er aan beginnen, denken we goed na over de positie en het patroon, zodat we tijdens het tegelen niet voor verrassingen komen te staan. Eens de vloer betegeld en opgevoegd is, werken we ook de trap en de plinten af in natuursteen.
Transciptie
In de vorige aflevering starten we met de vloerafwerking op het gelijkvloers.
We plaatsten ontkoppelingsmatten om de vormveranderingen van onze chape – onder invloed van de vloerverwarming – op te vangen.
In deze aflevering bedekken we de gelegde ontkoppelingsmatten met natuursteentegels.
Na het plaatsen van de tegels, gaan we alles opvoegen.
We besluiten om de plaatsing over te laten aan een professioneel vloerder, maar kunnen wel zo’n 100 uur meehelpen!
Doe dit maal de gemiddelde uurprijs van een gespecialiseerd plaatser, en je bespaart al gauw 4000 euro!
Als afwerkingslaag werd gekozen voor natuursteentegels, meer bepaald travertijn kalksteen afkomstig uit Italië.
Het gaat om een behoorlijke hoeveelheid en oppervlakte, dus worden de tegels meteen op de werf geleverd.
Daarbij zit ook meteen geschikte voegspecie, met bijpassend kleur.
Vrouw 1
Bij de opstart van de tegelwerken is de voorbereiding heel belangrijk. Of je nu werkt particulier, of je werkt met een architect, dan moet je altijd heel goed toch voorbereiden hoe het patroon van de tegels ligt. Kom je in het begin uit… of start je met een volledige tegel, dan kom je op het einde misschien uit met een stripje van 5 cm, wat je liever niet hebt. Dus dan is het beter een beetje schuiven en zoeken naar de gulden middenweg om eigenlijk een absoluut goede verdeling te vinden.
De vloerder pleegt hiervoor het nodige overleg met de architecte.
Ze meten de verschillende ruimtes op en bepalen zowel in de lengte als in de breedte de meest ideale positie.
Dit wil zeggen dat er rekening gehouden wordt met het vermijden van te kleine reststukken aan muren, of aan de uitzettingsvoegen die in onze vloer moeten overgezet worden.
En ook de positie van de tegels ten opzichte van de deuren wordt in rekening gebracht, dit met oog voor de nodige haaksheid.
Vrouw 1
Naast het patroon van de tegels is het natuurlijk ook belangrijk om alle details ervan goed van tevoren te weten waar je naartoe wil. Zoals bijvoorbeeld kleur van de voegen, de dikte of de breedte van de voeg, ook de dilatatievoegen, hoe gaan we dat aanpakken. Doen we dat met profielen of spuiten we ze op? Al die dingen moeten van tevoren goed bedacht worden.
En nog een laatste aandachtspunt is natuurlijk hoe sluiten we aan met de plint. Gaan we met de plint in de muur? Zetten we de plint voor de muur? Heel belangrijk om dat van tevoren te beslissen in functie van hoe diep je gaat met de tegels tegen de muren of onder het pleisterwerk aan.
We zorgen ervoor dat deze beslissingen voor de opstart genomen worden.
In de technische fiche van onze natuursteentegels van 60 op 90 kunnen we terugvinden dat de voegen bij vloerverwarming best tussen 4 en 6 mm liggen.
Wij leggen de voegbreedte vast op 6 mm. Deze maat hebben we ook nodig om de positie van onze tegels te kunnen bepalen.
We kiezen hierbij voor een halfsteensverband.
De uitzetvoegen zullen we opvullen met een flexibel profiel en de plinten gaan we tégen de muur plaatsen.
We doen dit uitdenken dus meteen heel grondig, zodat we tijdens de plaatsing niet voor onaangename verrassingen komen te staan.
Voor we nu effectief de tegels ter plaatse gaan uitleggen en op maat maken, snijden we de randisolatie nog op de juiste hoogte af.
Die werd voorzien bij de plaatsing van de vloerverwarming en dient om de uitzetting van de chape op te vangen.
Deze isolatie moet in de chape blijven zitten bij de vloerafwerking. Aan de randen gaan we die daarom nog wat afkorten, zodat we de vloer mooi erboven kunnen afwerken.
We mogen deze bewegingsvoegen niet overtegelen en zullen die dan met een flexibel product netjes opvullen.
We korten de mousse iets dieper af dan de dikte van onze tegels. Met een regel die iets dunner is, gaat dit makkelijk.
Rekening houdend met nog een verlijming van een 4-tal mm dik, zal de voegband dus zeker dieper liggen dan onze vloer.
Ook het pleisterwerk wordt ter voorbereiding nog netjes afgeslepen.
We doen dit voor het vloeren, zodat we die achteraf niet onnodig vuil maken.
Daarnaast is het ook beter dat de vloer niet aansluit tegen het pleisterwerk, tegen het opstijgend vocht.
We slijpen het pleisterwerk dus af boven de waterkering, op een paar centimeter boven het vloerpas.
Nu kunnen we aan het uitleggen van de tegels beginnen.
De referentielijn voor je eerste rij tegels moet hiervoor eerst nauwkeurig vastgelegd worden en kan op 2 manieren.
Een smetlijn is hierbij de meest gebruikte optie.
Een tip die we hierbij nog kunnen meegeven, is dat je de krijtlijn kan fixeren met haarlak! Op die manier voorkom je dat die zou vervagen.
In ons geval opteren we er echter voor om met een metserskoord onze lijn te bepalen, want door de rasterstructuur van onze onderliggende ontkoppelingsmatten, is een smetlijn niet fijn en precies genoeg.
We leggen een aantal tegels ter plaatse, zodat wel de precieze positie van de koord kunnen bepalen.
Tegen die tegels spannen we dan het koord op met behulp van een paar stenen.
De positie van de tegels in de rij zelf moet nu ook nog bepaald worden. We zitten hier met een paal, wat een moeilijk punt is, en willen daar zeker met een volle tegel beginnen.
Rekening houdend met de bijliggende uitzetvoeg, leggen we zo de plaats van onze eerste tegel vast.
Vanaf hier kunnen we nu de volledige eerste rij uitleggen en op maat gaan maken.
We zitten hier met een lange ruimte, waardoor de tegels mooi moeten doorlopen langs de muur. Waar het raam dus iets minder dieper ligt, zullen alle tegels op een aangepaste breedte moeten ingekort worden.
De voegbreedte legden we vast op 6 mm, door middel van afstandsblokjes kan hier meteen ook rekening mee gehouden worden.
De uitsparing aan de paal zet de vloerder met een winkelhaak over op de tegel. Zo werkt hij zeker recht én dit gaat een stuk vlotter dan mocht je dit afmeten.
Tegel per tegel wordt nu op maat gemaakt. De breedte wordt telkens afgemeten ten opzichte van onze referentielijn. En voor de lengte moeten we enkel rekening houden met onze paal en de uitzetvoegen, want daar moet de tegel onderbroken worden.
Het snijden van de tegels kan op 2 manieren gebeuren.
Bij optie 1 wordt er droog geslepen. Dit wil zeggen dat de tegel met een slijpschijf mét diamantblad op maat wordt gemaakt.
Zorg ervoor dat de tegel op een vlakke ondergrond ligt, zodat er geen trillingen zijn, want dit zou barsten kunnen veroorzaken.
Slijp ook eerst de uiteindes in en doe dan pas de lijn ertussen, zo voorkom je dat er op het einde een stuk van je tegel zou springen.
De tweede optie is het nat slijpen.
Zo’n tegelzaagmachine werkt met een geleider en zorgt sowieso voor een perfect recht resultaat. Je moet die wel huren of kopen, wat een extra kost met zich meebrengt.
Daarnaast wordt er ook water gebruikt bij het slijpen met deze zaagmachine.
Dit zorgt voor een mooiere zaagsnede en minder stof bij het slijpen.
Nadeel is wel dat de tegels hierdoor nat zijn én je extra droogtijd nodig hebt voor je de tegels effectief kan verlijmen.
Ook hier wordt een aangepast diamantblad voor natuursteen gebruikt.
De vloerder bereidt meteen alle tegels voor de eerste rij voor, zodat hij ze straks in een keer kan verlijmen.
De op maat gesneden tegels worden dan nog eens ter plaatse gelegd. Volgens het metserskoord én met afstandsblokjes in de voegen.
Zo ziet hij meteen of alles klopt voor hij begint te lijmen.
In deze fase kun je zeker ook meehelpen. Het slijpen is precisiewerk en laat je beter aan de vakman over, maar je kan wel zelf tegels selecteren en klaarleggen in alle ruimtes, zodat hij vlot kan doorwerken.
Zorg er hierbij voor dat je afwisselend van elke verschillende pak een tegel neemt, zodat de kleurverschillen verspreid zitten.
Let ook op voor beschadiging van je pleisterwerk en gebruik mousse om je tegel tegen de muur te laten leunen.
Als alles klopt neemt de vloerder de tegels weer weg en nummert ze. Zo kan hij achteraf makkelijk terugvinden welk stuk waar moet komen.
Voor het bevestigen van de tegels wordt een aangepaste lijm gebruikt. Die is afgestemd op natuursteen én op vloerverwarming, wat heel belangrijk is.
Het aanmaken van de lijm is een kwestie van het volgen van de instructies op de verpakking.
Of je nu ontkoppelingsmatten gebruikt of niet, sowieso moet je chape volledig afgekoeld zijn voor je gaat verlijmen, anders zul je op termijn last krijgen van loskomende tegels.
Door onze volledige rij eerst voor te bereiden, kunnen we nu meteen een deel tegels in een keer lijmen, waardoor we ons materiaal niet herhaaldelijk vuil moeten maken.
In een eerste beweging vul je de rasterstructuur van de matten. Zorg dat alle gaten goed gevuld zijn, zodat de vloerverwarming z’n warmte goed zal verdelen én je ook een goeie hechting hebt.
We gebruiken hiervoor een gewone vlakke spaan.
Daarna brengen we extra lijm aan en gaan we die opkammen. Dit doen we met een lijmkam met tanden van 15 mm. Dit geeft je een klein beetje speling om afwijkende diktes van tegels op te vangen.
Door de kam onder 45° te houden, kan de vloerder de lijm mooi opkammen.
Het is belangrijk dat je mooi rechte hokjes bekomt voor een zo goed mogelijke plaatsing.
Bij het leggen van deze natuursteentegels moeten we dubbel gaan verlijmen. Dit wil zeggen dat we zowel de ondergrond als de tegel zelf moeten insmeren.
De ruwere kant is de onderkant en het is deze zijde die van een laagje lijm moet worden voorzien.
Het is wel nodig om de tegel eerst te ontstoffen met een licht vochtige spons voor je de kleefmortel erop smeert.
Je brengt het product aan en strijkt het dan mooi open op de tegel.
Deze laag moet niet dik zijn, maar zorg er wel voor dat het volledige oppervlak bedekt is.
Vanaf je trouwens met tegels van een grootte van minimum 60 cm werkt, is het nodig om dubbel te verlijmen. Dit om een betere hechting te bekomen.
Want hoe groter de tegel, hoe meer de kans dat hij een klein beetje bol staat, en met de dubbele verlijming kun je dit opvangen!
De tegel kan nu ter plaatse gelegd worden.
Het metserskoord zorgt ervoor dat de vloerder die meteen correct kan positioneren.
Met de waterpas en een witte rubberen hamer regelt hij ten slotte nog bij, zodat hij perfect recht ligt.
Om de volgende tegel nu te kunnen plaatsen, steekt de vloerder afstandsblokjes van 6 mm ter hoogte van de voeg. Want dit is de voegbreedte die zal gehanteerd worden.
De tegels zijn mooi recht, dus we kunnen erop vertrouwen dat we met afstandsblokjes steeds recht zullen blijven werken.
Bij het plaatsen van de natuursteen, moet je die een beetje in de lijm duwen, zodat de groeven in de lijm goed gevuld worden.
Door eventueel nog wat extra aan te kloppen met de hamer, ben je zeker van een goeie hechting.
Het is nodig om de lijm onmiddellijk na plaatsing af te kuisen van de tegel, anders zou je vlekken en een witte waas kunnen krijgen.
Wanneer je trouwens een tegel plaatst, is het beter om die eerst volledig tégen die ernaast te leggen, zodat er geen lijm in je voeg komt.
Daarna kun je ze een beetje uit elkaar halen met afstandshouders!
Door de grootte van de tegel af te tekenen, weet de vakman tot waar hij lijm moet aanbrengen. Het kan nodig zijn om dit tegel per tegel te doen, zodat de lijm nog niet te veel uitgedroogd is.
Maar je kan natuurlijk ook altijd helpen dienen. Door tegels aan te brengen, tegellijm te maken, de achterkant van de tegels in te lijmen en de tegels af te wassen. Dan kan de vloerder zich concentreren op het plaatsen van de tegels en gaat het een stuk vlotter.
Je zou ook vacuümzuignappen kunnen gebruiken om de tegels aan te brengen, wat makkelijker is om de relatief zware tegel met twee op te heffen.
Maar doordat we hier met poreuze natuursteen werken is een goeie aanhechting van de nappen niet evident.
De bewegingsvoegen in de chape moeten loodrecht in de bedekking worden overgenomen. Daarom mag er op die plaatsen geen ontkoppelingsmat, maar ook geen lijm worden aangebracht!
Wij zullen de openingen afwerken met flexibele profielen, en steken die er al provisoir in bij het leggen van de tegels, zo zijn we zeker dat het achteraf ook in de voeg past! Later zullen we die dan fixeren.
We zorgen er dus steeds voor dat we een tegel onderbreken bij een uitzetvoeg.
Door met een stuk van dezelfde tegel na de voeg verder te gaan, ben je zeker dat de tekening van de natuursteen mooi doorloopt én de stukken mooi tegen elkaar passen.
Het gebruik van de juiste lijm is trouwens heel belangrijk om een zo goed mogelijk resultaat te bekomen.
Ze moet niet enkel afgestemd zijn op vloerverwarming – en dus temperatuursverschillen – maar ook op het type tegel.
Deze travertijn natuursteen is vrij poreus, daarom wordt ook een witte variant gebruikt. Mocht je een grijze mortel nemen, dan zou dit kunnen doorbloeden in je steen. Wat zonde zou zijn bij zo’n kwalitatief product!
Het spreekt voor zich dat de plaatsing van de eerste rij extreem belangrijk is!
Dit bepaalt namelijk de rechtheid van je volledige vloer, want alle andere rijen worden hierop afgestemd door middel van afstandsblokjes. Het is dus van cruciaal belang dat je het niveau van je metserskoord nauwkeurig aanhoudt.
Ligt die strook er, dan kun je overgaan naar de volgende.
We leggen opnieuw 2 tegels, om de breedte van de volgende rij te kunnen aanduiden.
Dit doen we met een smetlijn. We hebben die lijn enkel nodig om te weten tot waar we moeten lijmen, dus is een krijtlijn precies genoeg.
Daarnaast is het nu ook belangrijk de positie van de tegels goed af te meten. Doordat we hier met een halfsteensverband zullen werken, moet de voeg precies in het midden van de naastliggende tegel komen.
Daarom tekenen we dit vooraf af, zodat we de juiste positie al kennen voor we verlijmen.
We starten met het leggen van de rij aan de uitzetvoeg, zo zijn we zeker dat die juist is.
En omdat we voornamelijk gewone volle tegels nodig hebben voor deze strook, is het niet nodig ze vooraf nog uit te leggen. We moeten er gewoon voor zorgen dat we stenen uit de verschillende pakken afwisselen.
De vloerder controleert bij de eerste tegels wel nog met de winkelhaak of alles mooi haaks ligt, maar anders moet er geen specifieke lijn meer gevolgd worden.
We nemen gewoon de rechtheid van onze eerste rij over, doordat we vaste kaleerblokjes van 6 mm gebruiken.
Om de volledige vloer te betegelen heeft de vloerder toch een 2-tal weken nodig, aangezien het om het aanzienlijke oppervlakte gaat.
Maar met het leggen van de natuursteentegels alleen, is onze vloer natuurlijk nog niet af. Er moeten nog een aantal afwerkingen gebeuren, te beginnen met het opvoegen en inwassen van de vloer.
In principe kun je hiermee beginnen 24 uur nadat de tegels verlijmd werden.
Best is om de ruimte eerst nog te stofzuigen voor je begint, zodat er zeker geen vuil in de voegen zit.
Voor het voegsel – dat aangeleverd werd door de tegelfabrikant – gebruiken we een mengverhouding 3 op 1.
Het is belangrijk dat je deze mengverhouding gelijk houdt voor de volledige vloer, zodat je voeg overal dezelfde kleur heeft.
Die kleur is afgestemd op de travertijn natuursteen en is dus beige-achtig.
Hou er ook rekening mee dat je niet te veel voegsel tegelijk maakt, want de verwerkingstijd is maar anderhalf uur.
We voegen dus maar kleine oppervlaktes per keer op, omdat je anders niet op tijd alles zal kunnen verwerken.
De vloerder begint met de tegels te bevochtigen. Dit is nodig om het stof en vuil weg te halen, maar ook om de hechting van het voegsel te verbeteren.
Daarna breng hij de voegspecie zorgvuldig aan in alle voegen en gaten.
Natuursteen is een natuurlijk product en bevat putten en uitsparingen. Deze moeten ook opgevuld worden, zodat er later geen vuil of water in de gaten blijft staan.
Met een rubberen spatel kan de specie het best aangebracht worden. Zorg dat alle spleten goed opgevuld zijn en verwijder het overtollige product met een diagonale beweging.
Doet dit nu voor een stuk van ongeveer 5 m².
Als het uiteindelijk handdroog is, dit wil zeggen dat het voegsel niet aan je vinger blijft kleven, kan er een eerste keer gesponst worden.
Met deze stap neem je het meeste overtollige voegsel weg van je tegels.
Het product moet wel voldoende droog zijn, zodat je de voeg niet uitwrijft!
Maar je mag ook niet té lang wachten, anders zou er een cementsluier op de tegels achterblijven.
Tijdens dit afwassen let de vloerder er op dat hij niet te veel druk uitoefent op zijn voegspons, anders zou hij te veel product weghalen en krijg je te diepe voegen.
Hij doet dit ook steeds in een diagonale beweging, zo is de kans kleiner dat er voegsel uit de voeg meekomt.
De spons moet op tijd opnieuw uitgespoeld worden, zodat je je tegels niet extra inwrijft met voegsel.
Na deze eerste laag, gaat hij nog een tweede keer over de tegels met zijn spons.
Wanneer de voeg uiteindelijk helemaal droog is, moet alles nog een derde keer afgewassen worden.
Het is belangrijk dat dit met proper water gebeurt, met een vochtige spons of doek.
Giet nog geen water op de vloer, want dit is te krachtig en zou je voegen uitwassen.
De voeg is nu al relatief droog, dus mag je hier bij het wrijven wel de richting van de voegen volgen.
En daarna moeten deze stappen herhaald worden voor de hele vloer…
Stukje per stukje… Ruimte per ruimte… Tot de volledig vloer ingewassen is!
Door zo’n 100 uren mee te helpen konden we 4000 euro besparen.
Samen met het voorlopige totaal van 67.390 euro, komt het gespaarde bedrag nu uit op 71.390 euro.
In de volgende aflevering worden de laatste stappen in de afwerking van onze vloer gedaan. De vloerder vult alle uitzetvoegen op met flexibel materiaal, plaatst de plinten en betegelt ook de trap.