Het zelfbouwhuis - aflevering 61

Tuin: serre zetten en de installatie van grondspots - Ep. 61 - In deze aflevering plaatsen we de serre. Die is voorzien van 2 compartimenten, waarvan één is voor de moestuin en één dient als opbergruimte. Daarna gaan we nog een aantal grondspots installeren. Die worden bij onze bomen geplaatst en zullen zorgen voor een gezellige sfeer.

Transciptie 

In de vorige aflevering werkten we onze terrasverharding af.

We plaatsten de boordstenen en voorzagen ook een subtiel putdeksel om onze septische en regenwaterput af te sluiten.

Daarna werden de bomen en hagen aangeplant.


In deze aflevering wordt de serre geplaatst. De structuur bestaat uit een aluminium kader dat nadien met glas wordt opgevuld.

Daarna gaan we zelf nog een aantal grondspots installeren bij onze bomen.


De serre die we kozen is geen doe-het-zelf werk, maar de grondspots kunnen we perfect zelf plaatsen. In een 6-tal uur zijn we hiermee klaar.

Doe dit maal de gemiddelde uurprijs van een gespecialiseerd plaatser, en je bespaart toch 240 euro!


We starten met het plaatsen van een serre. In de tuin is er daarvoor behoorlijk wat ruimte voorzien, dus hebben we een ruim gamma aan mogelijke opties.

Man 1
Een serre kiezen, dat is eigenlijk grotendeels afhankelijk van wat jouw behoeften zijn. Wat wil je zelf esthetisch, wat wil je qua grootte hebben, wat vind je zelf mooi? Want een serre is in principe aanpasbaar aan jouw wensen.

Eens de keuze van serre gemaakt is, moet je rekenen op een x-aantal weken productietijd voor je die effectief kan gaan plaatsen. Maar, ondertussen kun je natuurlijk wel al de grondvoorbereiding doen.

Man 1
De voorbereiding van jouw bestelling, van jouw serre, hangt een beetje af van het type serre dat je besteld hebt. Sommige varianten vragen een betonnen fundament klaar te maken op voorhand, waar we de fundering kunnen op zetten. De meeste varianten gaan eigenlijk gewoon vragen dat je de grond voorbereidt. Dus eigenlijk eventueel het gras weghaalt, de grond gelijk maakt, zorgen dat die goed aangeduwd is, dat die goed hard zit eigenlijk dat wij daar ons fundament kunnen op zetten.
Onze ondergrond werd aangedamd en vlak gemaakt door de tuinaannemer, die ook de precieze locatie van de serre aanduidde met een aantal referentielijnen.


Man 2

(Berwout)
De serre moet eigenlijk volgens wetgeving op een meter van de grens staan. Dat valt eigenlijk onder bijgebouwen en constructies… en mag op een meter van de grens als je een vergunningsvrije constructie of een bijgebouw plaatst. Dus dat is wel heel belangrijk om dat af te meten. Want ik weet dat dit hier met een landmeter afgemeten is geweest, dat is duidelijk leesbaar, er is daar geen discussie of geen twijfel over.

Verdere constructies, verhardingen… moet je eigenlijk ongeveer op een halve meter van de grens blijven, dan zitten we allemaal binnen het wetgeeflijke.
Door met een aantal metserstouwen de exacte plaats van op het tuinplan over te zetten in de tuin, weten de plaatsers meteen waar de serre moet komen.

Man 1
Ze beginnen altijd eerst met de basis van de serre. Dan gaan ze de zijkanten opbouwen, dan beginnen ze het dak op te bouwen, eventueel de bevestiging naar de muur toe… Eens de aluminium constructie staat, dan beginnen ze de beglazing erin te zetten, de rubberen afdichting, de afvoerbuisjes, de deuren… Dan doen ze eigenlijk de fijne afwerking.

De basisprofielen van de serre moeten nu eerst geplaatst worden. Die steunen volledig op de ondergrond en moeten mooi vlak liggen, zodat je een rechte basis hebt om je serre op te bouwen.
Door de serre volledig op de vaste grond te laten rusten, creëren we – in tegenstelling tot wat velen zouden vermoeden – een heel stevige constructie.

Een betonnen fundering kan in sommige gevallen aangewezen zijn, maar hier is dit niet het geval. Want beton is minder meegaand dan gewone aarde, waardoor we sneller kans hebben op breuken in ons glas.
De profielen worden trouwens lichtjes afhellend geplaatst, zodat het water richting de te voorziene afvoer kan lopen.
Daarnaast moeten ze een mooie haakse hoek vormen met elkaar. Dit kan makkelijk gecontroleerd worden door de diagonalen te meten. Die moeten beide identiek zijn.
Is dit het geval, dan kunnen de hoeken gefixeerd worden.

Met een aantal hoekprofielen en bijhorende bevestigingsbouten zetten de plaatsters het onderste basiskader mooi vast.
Daarop worden nu een aantal liggers geplaatst. Het is belangrijk dat die zeker juist liggen. Want mochten de voorziene gaten niet overeenkomen met deze van het onderliggende basisprofiel, dan zouden we straks de steunprofielen niet kunnen plaatsen.
Aan elke hoek komt naast de steunprofielen nog een bijkomend diagonaal verstevigingsprofiel. Die zal de serre beschermen tegen felle rukwinden.
Bij de opbouw van de wanden worden ook de deurprofielen meteen op hun plaats gestoken…

Én zitten de dakgoten al in het kader verwerkt.

Ze voorzien die wel van een afdekplaatje dat waterdicht wordt afgekit, voor ze hem tussen de hoekprofielen vastmaken.
En dan blijft het puzzelen. De installateurs zorgen voor voldoende tussenprofielen in de wanden, zodat de serre én ook het glas voldoende steun hebben.
Met het basiskader van de serre geplaatst, kan ook het dak bevestigd worden. Op de zijwanden komen twee steunprofielen die het nokprofiel zullen dragen.

Ook het dak wordt voorzien van vier diagonale verstevigingsprofielen. Die worden vastgemaakt aan de voorziene uitsparingen in de tussenprofielen.
Eens alles goed vast zit, worden nog extra profielen geplaatst in de dakstructuur om zo tot een stevig geheel te komen.
Ook aan de zijwanden komen extra verstevigende profielen. Daarna worden ook de resterende tussenprofielen geplaatst.
Nu de constructie af is, voorzien ze nog aan elke hoek een grondanker, zodat de serre ook stevig aan de ondergrond vast zit.

De putten waarin de grondankers worden geplaatst, blijven open. Na een paar dagen zullen die gevuld worden met beton zodat de serre een stevige fundering heeft.
Voor ze dan starten met de beglazing wordt de aluminium structuur nog nagemeten, om zeker zijn dat alles mooi evenwijdig staat en het glas er dus mooi tussen zal passen.
Het opvullen van het kader gebeurt van boven naar beneden.

Het glas wordt voorzichtig ter plaatse gestoken door het eerst links in de hoek te schuiven en het vervolgens in de profielen te klikken.

Daarna wordt het voorzien van een rubberen afdichting die op zijn plaats wordt gerold. Het rubber wordt dan nog afgekort, met een drietal centimeter marge omdat het nog wat zal krimpen.
De installateurs gebruiken vacuümklemmen om het glas voorzichtig in de juiste positie te brengen. Hierbij kunnen ze het gemakkelijk opheffen, zonder het te beschadigen!
De dakstructuur wordt zo volledig opgevuld met de beglazing, maar de aparte dakvensters – die open en dicht kunnen – moeten eerst afzonderlijk gemonteerd worden voor ze die ter plaatse kunnen steken.
Ook daar wordt eerst het frame in aluminium gemaakt, dat dan voorzien wordt van glas én bijhorende rubbers.
Dit geheel brengen ze nu in de juiste positie op het dak en klikken ze in de voorziene uitsparing.

Onderaan komt nog een profiel waar het raam zal sluiten.

Aan deze sluiting is ook een schroefdraad voorzien, waarmee het dakvenster gemakkelijk op een zelf te kiezen opening kan worden vastgezet.
Volgende aan de beurt zijn alle zijpanelen. Ook de wanden worden nu dus op dezelfde manier uitgerust met glas en rubberen afdichting.
En eens het glas van de serre er volledig inzit, worden de deuren nog geplaatst.

Daarvoor is een extra geleiderprofiel nodig aan de zijwand. Daarin kan de rail van de deur geschoven worden, waardoor die vlot open en dicht zal kunnen!
Een bijkomend profiel aan de onderkant zorgt ervoor dat de deur mooi op zijn plaats blijft zitten.
Als het deurkader ten slotte nog van de nodige beglazing is voorzien, kan de laatste hand gelegd worden aan de afwerking van de serre.
De dakgoot zat al verwerkt in het horizontale dakprofiel. Daar wordt nu nog een afwateringsbuis op aangesloten, zodat de regen netjes tot beneden afgevoerd wordt.
Aan de moestuinkant komt nog een kweekbak, die op een gemakkelijke werkhoogte in de serre gemonteerd wordt.
Met ook het besproeingssysteem en de nodige afdekplaatjes geplaatst, is de serre af en kan het kweken beginnen!

Een helft van de serre zal gebruikt worden als bergruimte, daarom voorzien we daar nog een verharding met stabilisé en klinkers, zodat de grond daar mooi droog blijft.
We benaderen zo stap voor stap onze droomtuin én kunnen ook al aan de afwerking beginnen werken.

Op het tuinplan voorzag de tuinarchitect een aantal grondspots. Die zijn gepositioneerd ter hoogte van de bomen en zullen zorgen voor een gezellige sfeer in de tuin.
Tijdens de grondwerken voorzag de tuinaannemer hiervoor wachtbuizen, die we nu kunnen gebruiken om de spots van de nodige stroom te voorzien.

Het gaat om flexibele wachtbuizen met een diameter van 50 mm, waardoor we met de aanwezige trekdraad makkelijk onze kabels kunnen trekken.
Voor we beginnen controleren we eerst ons tuinplan om te zien of de vereiste stroomtoevoer en wachtbuizen aanwezig zijn. De kabels zelf zullen we gewoon tussen onze spots kunnen doorlussen.
Het is belangrijk om voor we aan de bekabeling te beginnen ook al de spots zelf te checken. Op de handleiding kunnen we terugvinden hoe we de installatie zullen moeten aanpakken. En door de verschillende onderdelen al uit te pakken, en te bestuderen zijn we zeker dat we tijdens de montage niets over het hoofd zullen zien.
Er werd een elektrische kabel van aan onze zekeringkast tot in de tuin voorzien. Van daaruit zullen we nu vertrekken om stroom tot bij onze spots te brengen.

We gebruiken hiervoor een standaard XVB-kabel van 3G2.5 carré, die is perfect geschikt om buiten te gebruiken.
We halen hem al uit de verpakking, zodat we de draad straks makkelijk door onze wachtbuis kunnen trekken.

Dit zullen we doen aan de hand van een trekdraad. Die zit al klaar in onze wachtbuis en zullen we nu stevig aan onze XVB-kabel moeten vastmaken.
Daarom maken we eerst een lus aan het uiteinde van onze kabel. Check wel eens of die lus ook effectief door de diamater van de buis past, voor je die vastmaakt aan de trekdraad!
Heb je ze voldoende stevig aan elkaar verbonden, dan kleef je de lus best nog vast met een goeie tape, zo ben je zeker dat die niet losschiet bij het trekken.
Daarna duw je de kabel al zo ver mogelijk in de leiding.
Om die er nu door te kunnen halen, moeten we natuurlijk nog het andere uiteinde van de wachtbuis open maken ter hoogte van waar de eerste spot komt.

Die moet op gelijke hoogte als het terras komen, dus houden we de spot al ter plaatse zodat we kunnen afpassen op welke plaats we de wachtbuis moeten doorhalen.
Op die manier komt de trekdraad tevoorschijn en kunnen we de XVB-kabel makkelijk door de wachtbuis trekken.
Het is de bedoeling dat we de kabel via de spot doorlussen naar de 2e lamp. Daarom moeten we meteen ook al een stuk kabel leggen tussen die 2 spots.

We besluiten om de 2e lamp volledig asymmetrisch ten opzichte van de boom de positioneren, dus moeten we de wachtbuis nog wat verleggen.
Best is dat die ongeveer 60 cm diep zit. Zijn voornaamste functie is dus om achteraf kabels in je tuin te kunnen trekken. Maar wacht niet te lang om er kabels door te halen, zodat hij niet dichtslibt.

Daarnaast biedt de wachtbuis nog een extra bescherming aan je XVB-kabel, wat natuurlijk mooi meegenomen is!
Op die manier doen we meteen alle voorbereidingen voor de aansluiting, want bij elke spot moeten er 2 kabels liggen. Één die aankomt met de stroom, en één die de stroom verder transporteert naar de volgende spot.
Doordat de wachtbuizen al ter plaatse liggen, gaat dit eigenlijk vrij makkelijk.

Mocht je trouwens geen plakband hebben om het uiteinde van je kabel te verzekeren, dan kun je met de trekdraad zelf ook een soort strop maken om de verbinding goed vast te zetten voor je trekt.
Zijn alle spots voorzien van de nodige leidingen, dan kunnen we ze gaan aankoppelen.

We ontdoen daarvoor eerst de uiteindes van hun huls, zodat de aders bloot liggen.

Hun uiteinde maken we op hun beurt ook nog vrij, zodat het koper zichtbaar is.
Met een kabelklem moeten we nu zowel de lamp als de XVB-kabels met elkaar verbinden.

De bedoeling is dat de verschillende aders per kleur vastgeklemd worden.
Op die manier is de elektrische verbinding al gemaakt, maar doordat we hier buiten zijn, is het natuurlijk heel belangrijk dat die koppeling waterdicht beschermd wordt!

Er zijn hiervoor 2 opties.

Ofwel gebruik je een gewone aftakdoos waar je de koppeling insteekt en daarna opvult met giethars. Die hars zorgt dan voor de nodige waterdichting.

Ofwel gebruik je, zoals wij, een voorgevulde gelkoppeling. Het principe is vrijwel hetzelfde, maar hier zit de vervormbare gel, die zorgt voor de dichting, dus al in de aftakdoos verwerkt.
We duwen de aangesloten klemkoppeling dan in de gel, met de kabels in de voorziene uitsparingen, sluiten de doos en klemmen de openingen ten slotte nog mooi af met de voorziene spanringen.

De wet van Archimedes zorgt ervoor dat het teveel aan gel de openingen vult en je een waterdicht geheel krijgt.
De elektriciteit is zo voorzien, dus rest ons nog de spot te plaatsen.

We steken de aftakdoos in de huls en positioneren die op het gewenste niveau.

Met de waterpas kunnen we controleren of die mooi in lijn met ons terras ligt.
Omdat het geheel nu netjes op zijn plaats zou blijven zitten, gaan we dit verstevigen met snelbeton.

Doe je de verankering niet, dan riskeer je dat de spot na verloop van tijd zou gaan scheefzakken.
Rond spot hebben we daarom een put gemaakt, die we nu eerst wat nat maken en opvullen met het betonmengsel.

Daarna voegen we nog wat extra water toe zodat het beton zijn gewenste sterkte zal krijgen.
Dit herhalen we nu voor al onze andere spots.

Onthou hierbij dat het bij buitentoepassingen van elektriciteit noodzakelijk is om een waterdichte koppeling te voorzien. Doe je dit niet, dan riskeer je een kortsluiting!
De spanringen op onze aftakdoos zijn dus ook heel belangrijk om het geheel goed vast te klemmen.

Die doppen steek je eerst over je kabels voor je de klemkoppeling maakt. Je plakt die best vast aan je kabel, zodat de spanring niet in je wachtbuis verdwijnt!
Het vastzeten van de spots doen we hier met snelbeton, maar dit lukt eigenlijk ook met gewoon beton.

Het voordeel aan snelbeton is dat het snel verhardt en meteen voor de nodige verankering verzorgt. Daarom kunnen we dit ook al relatief snel bedekken met aarde.
Tijdens het gieten zorgden we ervoor dat de spot mooi afgedekt werd, zodat er geen betonspatten op zouden zitten.
Het enige wat ons dan nog rest is de spot vast te schroeven in de huls en de installatie natuurlijk uit te testen.

Als blijkt dat alles werkt, is het klaar!


Door de grondspots zelf te plaatsen, kunnen we 240 euro besparen.

Samen met het voorlopige totaal van 72.990 euro, komt het gespaarde bedrag nu uit op 73.230 euro.


In de volgende aflevering gaan we terug binnen aan de slag.

We plaatsen alle radiatoren en doen ook de aansluiting van onze stopcontacten en schakelaars.

Ondertussen gaat ook de keuken in productie.

 

Kleurenschema
Aantal tegels per rij
Beeldverhouding
Weergave
Hoeken afronden
0

Welkom bij Professional Media Group 

Professional Media Group maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met Het privacy- en cookiebeleid.