- 12 juni 2025
- | Bron: Dobbit
Het elektriciteitsplan: hoe begin je eraan?
Elke elektriciteitsinstallatie start altijd vanuit een elektriciteitsplan: de combinatie van een situatieschets en een eendraadschema, een grondplan waarop alle elektrische elementen zijn aangeduid. Deze documenten zijn nodig om de installatie uit te voeren en zijn onontbeerlijk bij de keuring. Voorts zijn ze handig voor wanneer er werken moeten gebeuren in huis.
Plan maken
Mits genoeg kennis kan je zelf een situatieschets en eendraadschema opstellen, maar beter doe je het in samenspraak met een professional. Hoe je deze correct moet opmaken staat beschreven in het AREI (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties).
Algemene aandachtspunten
Voor je begint met het uittekenen van je installatie, houd je volgende aandachtspunten indachtig.
Aantal schakelaars en stopcontacten
Je mag slechts 8 (enkelvoudige of meervoudige) aansluitpunten hebben per elektrische kring. Dit geldt zowel voor enkelvoudige als meervoudige aansluitingen (bv. dubbele stopcontacten worden ook als meerdere punten beschouwd).
Voorzie genoeg stopcontacten in ruimtes waar je veel aanwezig bent en naar alle waarschijnlijkheid veel apparaten komen: in een keuken plaats je best zes stopcontacten, in een woonkamer wordt minstens vijf stopcontacten aangeraden. In de slaapkamer voorzie je er drie. In kamers waar je weinig komt, voorzie je zeker één stopcontact. De stopcontacten horen geaard te zijn. Elke kamer in je woning voorzie je minstens van één lichtpunt en één schakelaar.
In de zekeringkast
Elke kring met stopcontacten, verlichting en niet-vaste toestellen moet achter een differentieel van 30 mA geplaatst worden, in combinatie met de hoofddifferentieel van 300 mA. Per differentieel van 30 mA mogen slechts 8 kringen aangesloten worden.
Communicatienetwerken
Ook de aansluitingen voor audio/video, internet en telefonie moeten worden aangeduid op de tekeningen.
Administratieve gegevens
Zowel op het eendraadschema als op de situatieschets moeten de naam van de woningeigenaar, het adres van de installatie, de datum en de handtekening van de installateur en de inspecteur van het erkend organisme staan.

De situatieschets
Wat is het?
Een situatieschets of situatieschema is een grondplan van je woning, waarop elk element van de elektrische installatie staat aangeduid met een symbool. Het gaat hier om stopcontacten, lichten, schakelaars, verbindings- en aftakdozen en de verdeelkast, maar ook alle elektrische apparaten. In een situatieschets wordt rekening gehouden met de plaats van de elementen in de ruimte.
Zelf een situatieschets maken
Om zelf een situatieschets te maken, teken je eerst een grondplan uit van je woning (of van de ruimte waar je de installatie wil uitbreiden/aanpassen). Dat kan je met de hand doen, maar professionals gebruiken tegenwoordig software hiervoor. Als doe-het-zelver kan je dat uiteraard ook, maar koop dan geen duur pakket aan, er zijn tegenwoordig handige (veelal gratis) online alternatieven.
Op het grondplan duid je aan welke aansluiting waar precies komt. Daarvoor gebruik je uiteraard de juiste symbolen, zoals aangegeven in het AREI. Ben je niet helemaal zeker van je stuk? Vraag indien nodig raad aan een elektricien en laat je plan zeker eens nakijken.
Print je situatieschets bij voorkeur op schaal (bijv. 1:50) en bewaar ook een digitale versie. Dit is handig bij latere uitbreidingen of keuringen.
Eendraadschema
Wat is het?
Een eendraadschema is een schematische voorstelling van de volledige elektrische installatie van een woning, waarbij de fysieke locatie van de elementen niet van belang is. In tegenstelling tot de situatieschets toont dit schema hoe de installatie elektrisch is opgebouwd: de verbindingen, kringstructuren en gebruikte componenten.
Zelf een eendraadschema maken
Om zelf een eendraadschema op te stellen, heb je geen grondplan nodig. Het is een functioneel schema van de installatie, geen plattegrond. Let op volgende punten:
- Elke kring krijgt een letter (bijv. A, B, C...).
- Elk aftakpunt binnen een kring krijgt een nummer (bijv. A1, A2...).
- Zekeringen en automatische schakelaars in de verdeelkast worden aangeduid met dezelfde letter als hun bijhorende kring.
- Vermeld voor elke kring het ampèrage (stroomsterkte).
- Duid per kring aan:
- Het type leiding (bijv. XVB, VOB).
- De doorsnede van de geleiders (bijv. 2,5 mm²).
- Het aantal geleiders (bijv. 3G).
- Of het om ingebouwde of opbouwleidingen gaat.
- Gebruik de juiste AREI-symbolen voor schakelaars, lichtpunten, stopcontacten, aftakdozen, zekeringen, en differentieelschakelaars.
- Voor zekeringen en differentieelschakelaars: vermeld ook het type en de technische kenmerken (bijv. 16A, 300 mA, type AC).
Zorg ervoor dat je steeds het AREI bij de hand hebt bij het opstellen van je schema. Bij twijfel, schakel je best een erkende elektricien in om je werk na te kijken.
Courante symbolen
De symbolen die worden gebruikt in het situatie- en eendraadschema zijn niet lukraak gekozen, maar moeten in overeenstemming zijn met hoe ze staan in het AREI. Sinds 1 juni 2023 is meer flexibiliteit toegestaan in het gebruik van symbolen. Je mag nog steeds de standaard AREI-symbolen gebruiken – deze blijven geldig en worden aanbevolen. Anderzijds mag je ook alternatieve of zelf ontworpen symbolen gebruiken, maar enkel op voorwaarde dat ze een gelijkaardige betekenis hebben als de officiële symbolen, én je een duidelijke, begrijpelijke legende opneemt in of bij het schema.
Deze wijziging kadert in een modernisering van de regelgeving, onder andere om schema's die digitaal met CAD-software gemaakt zijn, te kunnen integreren met aangepaste iconografie.
Hieronder volgt een overzicht van de courante symbolen:
1. Gelijk- en wisselstroom
Van links naar rechts:
- gelijkstroom (DC)
- wisselstroom (AC)
- wisselstroom met eenfasige aansluiting
- wisselstroom met drievoudige aansluiting
- bestaande installatie
2. Elektrische toestellen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- verdeelbord (algemeen)
- verdeelbord met bepaald aantal leidingen (hier 5)
- (in)bouwdoos (algemeen)
- verbindings-, aansluit- of aftakdoos
- aftakkast
- aardingsonderbreker
3. Leidingen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- leiding (algemeen)
- ondergrondse leiding
- elektrische luchtleiding
- leiding in een buis
- bundel van zes buizen
- leiding geplaatst in inbouw (in een wand)
- leiding geplaatst in opbouw (op een wand)
- leiding in een buis in een wand
- twee leidingen
- n* leidingen
- leiding met 3 geleiders
- leiding met n* geleiders
*n = het aantal geleiders of leidingen, bij geleiders gaat het altijd om het totale aantal, met de aardingsgeleider en de nulgeleider bijgerekend.
Voorbeelden
- links: XVB-kabel met 5 geleiders met een doorsnede van 4 mm², geplaatst in een buis in een wand.
- rechts: XVB-kabel met 3 geleiders met doorsnede 2,5 mm², geplaatst op een wand
4. Beschermingstoestellen
Van links naar rechts:
- smeltveiligheid
- smeltveiligheid met een nominale stroomsterkte van 16 A
- automatische differentieelschakelaar op 300 mA
- kleine automatische schakelaar op 20 A
- aarding
4. Schakelaars
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- schakelaar (algemeen)
- schakelaar met verklikkerlamp (de lamp brandt altijd en dient om de schakelaar in het donker terug te vinden)
- eenpolige schakelaar met vertraagde opening
- tweepolige schakelaar
- driepolige schakelaar
- eenpolige omschakelaar (om twee stroombanen afzonderlijk te sluiten of te openen op een enkele plaats)
- eenpolige wisselschakelaar (om een stroombaan te sluiten of te openen op twee afzonderlijke plaatsen)
- tweepolige wisselschakelaar
- kruisschakelaar
- dimmer
- eenpolige trekschakelaar
- eenpolige schakelaar met signalisatielamp
- drukknop
- drukknop met verklikkerlamp
- drukknop met afgeschermde toegang
- minuterie
- tijdschakelaar
- impulsschakelaar
- thermostaat
5. Contactdozen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- contactdoos (algemeen)
- meervoudige contactdoos (voor drie stopcontacten)
- (half) waterdichte of hermetische contactdoos
- contactdoos met contact voor beschermingsgeleider
- contactdoos met contact voor beschermingsgeleider en kinderbescherming
- contactdoos met tweepolige schakelaar
- contactdoos met tweepolige vergrendelingsschakelaar
- contactdoos met beschermingstransformator (bijvoorbeeld voor een scheerapparaat)
6. Lichtpunten
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- aansluitpunt voor verlichting, voorgesteld met toevoerleiding
- aansluitpunt voor wandverlichtingstoestel
- fluorescentie-armatuur
- armatuur met 3 fluorescerende buislampen
- projector
- projector met weinig divergerende lichtpunt (bv. een spot)
- projector met divergerende lichtpunt (bv. een floodlight)
- verlichtingsarmatuur met ingebouwde enkelpolige schakelaar
- noodverlichtingstoestel, aangesloten op een veiligheidsstroombaan
- autonoom noodverlichtingstoestel
7. Tijd en slot
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- bel
- zoemer
- hoorn
- sirene
- horloge
- elektrisch slot
8. Ventilatie, verwarming, SWW
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- ventilator (met elektrische leiding)
- verwarmingstoestel
- verwarmingstoestel met accumulatie
- verwarmingstoestel met accumulatie en ventilator
- boiler
- boiler met accumulatie
9. Huishoudtoestellen
Van links naar rechts, van boven naar onder:
- vast elektrohuishoudelijk toestel (te gebruiken om bv. een dampkamp aan te duiden)
- elektrisch fornuis
- microgolfoven
- elektrische oven
- wasmachine
- droogkast
- afwasmachine
- koelkast
- diepvriezer
- motor
10. Andere
Van links naar rechts:
- transformator
- kWh-teller
- zonnepaneel
- inverter