- 21 juni 2021
- | Bron: Dobbit
EEN LAMINAATVLOER IN JE BADKAMER
Laminaat kun je in meerdere types ruimtes plaatsen. Daarbij denk je misschien niet meteen aan vochtige plaatsen zoals de badkamer, hoewel ook dat tot de mogelijkheden behoort. Voorwaarden zijn een aangepast product en rekening houden met enkele aandachtspunten tijdens de plaatsing. We geven ook enkele handige tips die je helpen bij het leggen van laminaat.
VOORBEREIDING
1. DE LAATSTE STAP

Mocht het leggen van de vloer deel uitmaken van een ruimer renovatieproject, dan hou je het leggen van de vloer het best als allerlaatste stap. Zo voorkom je dat je tijdens bijvoorbeeld het betegelen, behangen of schilderen lijm of verf op de vloer morst. Bovendien hoef je de ondervloer dan ook niet af te dekken.
Om te weten hoeveel pakketten laminaat je nodig hebt, bereken je eerst de totale oppervlakte van de te bedekken ruimte. Reken daar nog eens 10% bij om zaagverlies in te calculeren.
2. VLAKKE ONDERGROND

Leg de planken twee dagen op voorhand in de ruimte om te acclimatiseren. Verwijder eventuele verf- en/of gipsresten op de ondervloer en veeg vervolgens nog even schoon. Controleer de vlakheid van een ondergrond met een lange regel. Per meter wordt een maximaal verloop van ≥3 mm genomen. Krijg je op bepaalde plaatsen de dikte van een plooimeter (dat is ongeveer 3 mm) onder de lange meetlat, dan is het hoogteverschil te groot en moet je de ondergrond vooraf egaliseren.
3. ONDERLAAG PLAATSEN

Plaats nu de onderlaag. Die heeft verschillende functies. Ze effent en egaliseert de ondergrond, en dempt het geluid bij het stappen op het laminaat. De onderlaag die we hier gebruiken, heeft bovendien een dampscherm dat beschermt tegen vocht. Een ondervloer kan overigens ook een thermisch isolerende functie hebben.
Je kunt de onderlaag makkelijk op maat snijden met een breekmes. Gebruik je meerdere onderlaagstroken, leg die dan overal mooi tegen elkaar (geen overlappingen) en doe tape over de naden, zodat je een dampdicht geheel krijgt. Bepaalde soorten zijn zelfklevend
Heb je twee stroken onderlaag die overlappen, dan hoef je niet te meten om de stukken bij te snijden. Leg ze gewoon over elkaar. Snij dan ter hoogte van de overlapping beide stroken door met één snijbeweging en haal de reststukken weg. De twee stukken passen zo altijd precies naast elkaar.
Beslis nu alvast hoe je je laminaat zal leggen, die moet haaks op de ondervloer worden geplaatst
DE PLANKEN
4. hoe de legrichting bepalen

Bepaal de legrichting van de planken. In de meeste gevallen is de beste keuze om de planken haaks op de langste muur te leggen. Planken in de breedterichting creëren het effect van een iets bredere badkamer. Bovendien vermijd je zo ook dat er een lange strook langs de langste muur ligt. Dat is belangrijk omdat bij een renovatie de muren in vele gevallen niet haaks op elkaar staan en je dus wat verspringing krijgt. Aan de kortste kant valt dat minder op. Je kunt de legrichting ook laten afhangen van de richting vanwaaruit het meeste invallende daglicht komt – zo volgen de planken als het ware de richting van de invallende stralen.
Meet de volledige lengte van de ruimte in de legrichting en deel die lengte door de breedte van een volle plank. De kans dat je een geheel getal uitkomt, is klein. Voor de eerste rij zul je dan ook hoogstwaarschijnlijk planken in de lengte op maat moeten zagen.
5. LEGPATROON BEPALEN

Om zo weinig mogelijk materiaalverlies te hebben en om ervoor te zorgen dat de kopse zijden telkens mooi afwisselend verspringen, begin je met het reststuk. De voorwaarde is dat dit reststuk minstens 25 cm is en dat de kopse naden tussen de verschillende rijen ook telkens minstens 25 cm verspringen, maar dat kan verschillen afhankelijk van leverancier en formaat. Let erop dat je afwisselend planken uit verschillende pakketten gebruikt en dat je planken uit eenzelfde pakket voldoende ver uit elkaar legt.
6. PLANKEN PLAATSEN
6.1 Hoewel de planken aan hun naden een waterwerende coating hebben, blijft het belangrijk dat je bij het leggen
de planken goed aanduwt, zodat ze overal goed aansluiten. Eveneens belangrijk is dat je de planken precies op maat verzaagt.
6.2 Zorg ook telkens voor een uitzetvoeg van 8 à 10 mm tussen elke wand en plank. Kaleerblokjes kunnen je daarbij helpen.
AFWERKING
7. Planken AFKORTEN

Je zult de panelen natuurlijk op verschillende plaatsen moeten afkorten, zij het in de lengte of in de breedte. Leg daarvoor een nieuw paneel naast het laatste paneel dat je gelegd hebt en teken op het nieuwe paneel met potlood af waar je moet zagen, rekening houdend met de uitzetvoeg. Kort daarna af.
Zit je met een reststuk van minder dan 30 cm, dan is het beter om met een nieuwe plank verder te werken, want te kleine stukken ogen niet mooi.
8. waterdicht

Zorg ook aan de wanden voor een waterdichte afwerking. Voegenband zorgt ervoor dat het laminaat nog kan uitzetten zonder dat de afdichtingskit barst. Vervolgens maak je de rand waterdicht met de afdichtingskit. Snij de spuitmond van de kit voldoende breed af. Ter hoogte van het bad plaats je geen plint en gebruik je een transparante siliconenkit. Gebruik ook hier wel eerst voegenband. Met een afwerkingszeep voor siliconenvoegen werk je de naad af en voorkom je dat er later schimmel op komt.
9. PLINTEN PLAATSEN

Plinten kun je het makkelijkst op maat zagen met een verstekzaag.
9.1 Voor de bevestiging gebruik je een polymeerlijm.
9.2 In het geval van een gipskartonwand bestaan er clips die je rechtstreeks aan metalen profielen kan bevestigen, zodat er geen extra boorwerk en pluggen nodig zijn.
9.3 Onderaan op de plinten kleef je een zelfklevende waterwerende pvc-beschermstrip, die een extra dichting aan de randen oplevert.