Building Base Isolation, een doeltreffende maatregel tegen geluidsoverlast!

Door de toenemende verstedelijking en bevolkingsgroei worden bouwgronden almaar schaarser. Steeds vaker wordt er uitgeweken naar gronden die in het verleden als onaantrekkelijk werden beschouwd, zoals bouwgronden in de nabijheid van spoorwegen of langs drukke verkeersaders.

cdmWeg-, spoor- en luchtverkeer liggen vaak aan de basis van geluidsoverlast. Projectontwikkelaars gaan best te rade bij een akoestisch studiebureau om de impact van verschillende transportmodi op hun investering in kaart te brengen. Er wordt dan een "akoestische plaatsbeschrijving” van het grondgebied opgesteld, om de structurele geluidshinder te kwantificeren en om de blootstelling van de toekomstige bewoners te modelleren. Met het oog op de invulling van het pand zal een advies in termen van geluidsreductie worden opgesteld.

Om het gewenste niveau van akoestisch comfort te behalen wordt veelal gekeken naar het isoleren van ruimtes en wordt het ontwerp hierop afgestemd. Vaak is het voordeliger om een goede geluidsisolatie tijdens de bouw te voorzien, dit noemen we “Building Base Isolation”.

Building Base Isolation (BBI), oftewel het akoestisch ontkoppelen van de gebouwfundamenten, dient reeds in een vroeg stadium van het bouwproces, met name tijdens de ontwerpfase, te worden geïntegreerd. Structurele isolatoren worden veelal projectspecifiek ontworpen om zowel de beoogde vermindering van het structuurgeluid en trillingen, als de stabiliteit van het gebouw te garanderen. Bij dit laatste denkt men vooral aan de impact van verticale (gravitationele) belastingen en horizontale krachten ten gevolge van wind, aardbevingen, etc. In de praktijk wordt het type isolator dan ook bepaald op basis van de gevraagde afveerfrequentie, de optredende belastingen, en het beschikbare contactoppervlak.

Building Base Isolation gedurende de levensduur van het gebouw

BBI-oplossingen vereisen geen speciale aandacht wat onderhoud betreft. Daarentegen komt het wel vaak voor dat de functie van een gebouw verandert, wat leidt tot een verandering in de belastingsomstandigheden op de isolatoren.

Om zowel de stabiliteit als de akoestische prestaties te garanderen dienen meestal nieuwe of bijkomende trillingsisolatoren te worden geplaatst naast de bestaande. Om dit te kunnen realiseren is het van groot belang dat men bij het ontwerp van het gebouw anticipeert op dergelijke scenario’s en dus voldoende ruimte voorziet.

CDM Stravitec werkte hiervoor een innovatieve vervangingsstrategie uit die de naam “Frozen Bearing Technology” kreeg. Deze gepatenteerde techniek bestaat uit het invoegen van diepgevroren, voorgespannen rubberisolatoren in de structurele snede. Doordat de nieuwe isolatoren zijn voorgecomprimeerd kunnen ze eenvoudig in de bestaande krappe ruimte worden geplaatst. Naarmate de temperatuur van de trillingsisolatoren stijgt onder invloed van de omgevingstemperatuur, zullen deze uitzetten en geleidelijk aan de belasting overnemen.

Brandveiligheid

Een pertinente vraag die voor elke constructie moet worden gesteld, is het gedrag ervan in geval van brand en de algehele gebouwstabiliteit in dat geval. Kortom, brandveiligheid is een complex onderwerp dat specifieke overwegingen vereist. Afhankelijk van het ontwerp en de invulling van het gebouw, alsook de nationale/regionale brandvoorschriften kunnen verschillende brandbeveiligingsmaatregelen worden toegepast, gaande van het inbouwen van stalen of betonnen ‘failsafes’ tot minder belastende maatregelen zoals compartimentering.

Alle mogelijke oplossingen inzake brandveiligheid moeten nauw worden besproken met de fabrikant van de structurele isolatie-oplossingen en de branddeskundigen, om te voorkomen dat er starre akoestische contactbruggen worden gecreëerd.

Case Study: Station Liedekerke

Het treinstation van Liedekerke is akoestisch geïsoleerd door middel van Stravibase SEB en Stravibase Fix isolatoren. De Stravibase SEB steunen, bestaande uit rubberpads verlijmd aan een verloren bekistingsplaat, werden bovenaan de funderingsmuren geplaatst. De rubberpads zelf hadden een onbelaste dikte van ca. 6 cm teneinde aan een afveerfrequentie te geraken van maximaal 10Hz.

Op diverse plaatsen werden verticale bevestigingen voorzien om de horizontale krachten op te vangen, dus ook hier dienden rubberpads voorzien te worden, teneinde geen akoestische kortsluitingen te krijgen. Een afveerfrequentie van 10Hz of lager is meestal voldoende bij spoorverkeer omdat de excitatie daarbij typisch tussen 50 en 100Hz gelegen is. Dankzij dergelijke “massa-veer” filter konden de trillingen van het spoor dus afdoende worden gereduceerd, zodat de gebruikers van het station niet gehinderd worden door overmatig afgestraald structuurgeluid.

cdm

cdm

Klik hier voor meer informatie over dit en andere projecten

 

Kleurenschema
Aantal tegels per rij
Beeldverhouding
Weergave
Hoeken afronden
0

Welkom bij Professional Media Group 

Professional Media Group maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met Het privacy- en cookiebeleid.