In deze reeks van DIY on Wheels volgen we de restauratie van een Austin Cooper S uit 1964.

In de vorige aflevering werkt Carl het interieur verder af. Hij plaatste onder andere een extra ruitenwisserreservoir en de achterbank.

Man 1
Nu ga ik de alternator monteren. Ik heb voor deze Mini gekozen voor een alternator, ik zal straks nog uitleggen waarom. Maar ik zal hem eerst assembleren.

Man 1
Dit is de poelie waar de riem op loopt. Dit is een extra koelvin, die voor ventilatie zal zorgen. Die zit ertussen om de alternator te koelen.

Man 1
Je moet altijd goed opletten dat deze clavette goed op zijn plaats zit.

Man 1
Voila, hier zie je nu het oude systeem, de dynamo. En dit is de alternator. Dat is moderner, dit is oud. Het verschil tussen een dynamo en alternator? Een dynamo levert altijd gelijkstroom. En een alternator levert wisselstroom die daarna omgezet wordt in gelijkstroom. Die hebben we nodig voor de verbruikers in het voertuig.

Man 1
Waarom steek ik op deze Mini nu een alternator in plaats van een dynamo? Een dynamo levert maar 22 ampère, deze alternator 45 ampère. Een standaard dynamo is voldoende voor een standaard mini. Want met 22 ampère heb je genoeg. Ongeveer 10 ampère voor de koplampen en 1,5 ampère voor de achterlichten. 3 ampère voor de benzinepomp en ontsteking. Alles samen geteld is 22 zeker voldoende. Maar bij deze Mini hebben we 5 extra koplampen gemonteerd, waaronder ook verstralers. Die verbruiken erg veel. Daarom zou ik niet voldoende hebben met de dynamo. En kies ik dus voor een alternator.

Man 1
Het voordeel van alternator is ook dat deze constant stroom levert. Als je de motor opstart en éénmaal gas geeft dan begint de batterij op te laden en dat is altijd 14 volt.

Man 1
Het nadeel van een dynamo is ook dat hij op stationair toerental niet altijd zijn maximale vermogen geeft. Hij geeft pas zijn maximum vermogen als de motor toeren maakt. Dus het is goed mogelijk dat wanneer je de verlichting aansteekt en de ruitenwissers dus maximaal aantal verbruikers, dat hij onder de 12 volt zakt. De batterij zal dus op dat moment ont-laden eigenlijk. De batterij zal dus niet meer opgeladen raken, zelfs maar tot 11 of 11,5 volt. Tenzij je natuurlijk gas geeft, dan heb je een hoger toerental. Dan zal hij tot 14 volt gaan. Met een alternator heb je dat probleem niet.

Man 1
Die heeft ook een externe regulator. Maar bij de alternator is alles ingebouwd, dat is ook bedrijfszekerder. Een dynamo is onderhoudsgevoeliger.

Man 1
Een belangrijke functie van de regulator is ook om niet hoger te gaan dan die 14 volt. Want als je naar 15,16 of 18 volt zou gaan, kunnen al die verbruikers dat ook niet aan. Als hij begint te over-laden dan zullen zelfs alle lampen springen. Het systeem kan maximaal 15, 16 tot 18 volt aan maar dan zullen alle lampen springen en gaan alle verbruikers kapot. Dat kan natuurlijk ook voorkomen bij een alternator wanneer de regulator kapot gaat. Maar goed, dit is stabieler, dit is minder betrouwbaar.
Nu kan Carl de alternator monteren op de plaats van de dynamo.

Man 1
Aangezien de bevestiging van de alternator kleiner of compacter is, moet ik ook wel een andere beugel monteren.
En hier zie je het verschil. De beugel is een stuk groter dan die voor de dynamo. Carl verfde deze ondertussen ook al in hetzelfde kleur van het motorblok. Zo is alles netjes afgewerkt.

Als de beugel vastzit, kan de alternator in de motorruimte gemonteerd worden. De alternator wordt nog voorzien van een beugel waarmee Carl straks alles mooi kan uitlijnen.

Het is wat zoeken om de alternator netjes op zn plaats te krijgen. De ruimte is beperkt en Carl doet er alles aan om de onderdelen niet te beschadigen.

Als de postie goed is, steekt Carl ook de bouten door de beugels. Maar deze zet hij voorlopig nog niet vast.

Man 1
Bij iedere nieuwe alternator, zit er zo bus in. Iets wat er bij de dynamo niet is. Waarom zit die bus daar nu bij? Kijk? Hier zit er verschil op.

Man 1
Je kan deze opspannen, maar dan ga je de andere hier forceren. Met die bus erin gaat gewoon die bus opschuiven. En wanneer alles opgespannen is, zit die bus gecentreerd. Dan staat de alternator mooi in lijn en worden deze beugels niet geforceerd.

Man 1
En aangezien dit aluminium is, is de kans groot dat dit zou breken wanneer het onder spanning staat. Daarom zit die bus daarin, om alles te centreren.

Man 1
Ik ga nu eerst deze opspannen.
Door de beugel vast te bouten, zet de bus zich mooi op zn plaats.

Daarna draait Carl de bouten van de alternator vast, zodat deze ongeveer op zijn positie komt. Maar hij spant deze zeker nog niet helemaal op.

Man 1
Wat ik nu moet controleren is of de riem mooi in één lijn staat met de alternator. En zoals je ziet… Als ik nu alles opspan, zie je? Dan staat de riem niet in lijn, de alternator staat hier teveel achteruit. Dus wat kan ik doen? Dit een beetje compenseren door en vulringen bij te steken. Zo kan ik ervoor zorgen dat alles in lijn ligt. Want nu sleept de riem hiertegen en loopt ze er in de kortste keren af. Dit zou kunnen werken hoor maar niet aangeraden om dit zo te laten. Dus ik ga die alternator nu nog wat aanpassen.

Man 1
Ik heb alles opgespannen, die bus is er al uit geschoven en daardoor kan ik nu nog wat meer naar rechts met alles.
Daarom had Carl dus nog niet alles opgespannen. De bouten moeten terug helemaal los. En dan steekt hij er een paar extra vulringen bij, tot hij tevreden is met het resultaat.

Man 1
Dat ziet er al beter uit hé?

Man 1
Alles wat je zelf doet… zegt Roger.
Maar dan moet Carl ook de onderste beugel nog vastzetten.

Man 1
Nu kan je hier zien dat door de riem in lijn te brengen, komt de beugel niet meer goed uit.

Man 1
Om de alternator op te spannen. Deze moet ook mooi recht liggen. Anders forceer je dit stuk. Ik ga dat dus ook aanpassen. Ofwel steek ik wat vulringen bij de beugel ofwel bij de alternator. Of misschien een bus, ik zal eens kijken als ik iets liggen heb.
En gelukkig heeft Carl snel een bus gevonden die ook dit probleem weer kan verhelpen. Eens die er tussen zit, kan hij alles goed opspannen.

Man 1
Voilà, alles is opgespannen en ligt mooi in lijn nu. En er zit geen enkele beugel geforceerd.
Carl is klaar in de motorruimte dus de grille kan terug op zn plaats. Dat gaat makkelijk door het systeem met de schroeven die Carl eerder al installeerde.

Daarna moeten de mistlampen ook opnieuw gemonteerd worden. Want de Mini verlaat straks de garage…

Man 1
Voilà, ik ben klaar met de Mini. Wat er nu nog moet gebeuren is de montage van de kabelkoom. Maar dat zal gebeuren door een specialist. Dit is de originele kabelboom. Maar die kan ik niet meer gebruiken omdat er zodanig veel extra elektrische componenten bijgeplaatst zijn. Die past dus niet meer. Soms zit die ook al vol met slechte contacten, zoals deze hier bijvoorbeeld. Die is helemaal geöxideerd. Dit is de bekabeling die naar de zekeringskast loopt. Die oxidatie zorgt voor meer weerstand. Dat zal ook warm worden en kan dus smelten. In de plaats van hier dus op verder te werken, zal ik een nieuwe kabelboom laten maken met alle originele materialen. Maar dan met alle extra componenten ook inbegrepen. Dat is voor een specialist.
In een volgende fase, wanneer de wagen volledig voorzien is van bekabeling, zal Carl de Mini verder opbouwen tot een echte racewagen. Maar dat is uitgesteld door de coronacrisis. Daarom ronden we de de reeks rond de Mini Cooper S voorlopig hier af.