Zodra je een serre in de tuin hebt staan, wil je nooit meer zonder. De tuinkas is de ideale plaats om er je zaailingen in af te harden. Doorheen het jaar is het genieten van je eigen lekkere oogst. En in het najaar is het de ideale plek om er de laatste zonnestralen te koesteren met een goed boek en een warm drankje. Tijd om er zelf één te plaatsen.
Weet waar je aan begint! In principe zijn los staande gebouwen vergunningsplichtig, maar je hebt hiervoor een vrijstelling als het volume onder 40m² blijft en niet hoger is dan 3,5m. Hou rekening met de dominante windrichting en of bomen in de buurt de serre niet kunnen hinderen bij stormweer.
De serre komt op een fundering te staan. We maken een betonsleuf dat waterpas boven het maaiveld uitkomt waar dan het frame op verankerd wordt. De voorkant van de serre is hoger, en heeft dus meer gewicht. Langs deze kant moet de fundering dan ook iets breder zijn om het gewicht van de wand te kunnen ondersteunen. Het is dus altijd van belang het technisch detail van de handleiding op voorhand goed te bestuderen. Met wat metseltouw en enkele piketten baken je het grondkader van de tuinkas af. Wees zo nauwkeurig mogelijk in het meten.
Eens de locatie is afgebakend, kan de échte voorbereiding beginnen. Een sleuf van een goede spadesteek diep is in ons geval voldoende. Graszoden uitsteken en de overtollige aarde met de schop verwijderen. Smijt de overtollige aarde gerust in het midden van het perceel. De aarde komt nog van pas om er op te tuinieren. De restanten van de graszoden voer je af.
Tijd om de bekisting te maken. Dat kan je gerust met stevig resthout doet – voor het gemak gebruiken we hier betonplex. Z’n gladde wand maakt dat het later makkelijker te verwijderen is na uitharden van het beton. Er zijn ook nog latten nodig om het betonplex in de grond te verankeren. Maak in serie een voldoende hoeveelheid afgekorte latten. Zwaar gereedschap komt daarbij van pas. Nu hebben we wel de pech dat de batterij nog niet is opgeladen. Zorg dus ook altijd voor wat basismateriaal, zeker als je op locatie werkt. Dan kan je je nog altijd behelpen. Maak een schuine punt aan de latten. Zo kan je ze makkelijker in de grond kloppen. De betonplex is op onze vraag al in stroken van twintig centimeter gezaagd. Dat scheelt al een hoop werk. Alleen zijn de stroken nog te kort. Die gaan we nog verlengen. Meet een extra stuk af en kort af. Met een stuk resthout en wat schroeven verbinden we de twee delen betonplex. Herhaal voor alle wanden van de funderingssleuf. Zorg dat de betonbekisting een aantal centimeters langer uitkomt dan het frame van de serre. Zo heb je voldoende marge om het frame van de serre te plaatsen. Bereid alle wanden voor. En vergeet daarbij niet dat je een binnenkant en een buitenkant moet maken als bekisting.
Een extra hand om te helpen komt nu wel van pas. Plaats de betonplex. Met enkele tikken zet je de zijwand al voorlopig vast. De houten piketten kan je ook al in de grond slaan.
De fundering maak je met hoeken die haaks op elkaar staan, in negentig graden dus. Met een grote bouwhaak kan je dat controleren. Nog simpeler is met de 30-, 40-, 50-regel of stelling van Phytagors. Duid aan de ene zijde dertig centimeter af. Langs de andere veertig. Als je deze punten opmeet, moet je vijftig centimeter uitkomen. Is dat niet het geval moet je de zijwanden nog wat meer speling geven. Regel de wanden bij en meet ter controle nog eens na. Tevreden van het resultaat? Fixeer dan alle houten piketten zodat het betonplex niet meer gaat verschuiven. Alle randen mogen afgewerkt worden. Ondertussen kunnen de piketten vastgeschroefd worden aan de wanden. Dit zal de nodige stevigheid geven om de betonsleuf op z’n plaats te houden tijdens het uitharden.
Om te controleren of het grondoppervlak correct is, moeten de diagonalen van de overstaande hoeken gelijk zijn. Als dit niet overeen komt, is het nodig om hier en daar nog wat bij te regelen. Een finale check toont dat we eindelijk goed zitten.
Eens de buitenste rand van de bekisting klaar is, kan de binnenbekisting nu ook in de grond. De afstand kan je meten van de buitenrand. Vervolledig alle wanden.
Opdat het natte beton straks niet vanonder de bekisting kan weglopen, is het nodig om de aarde eromheen nog even aan te aarden en wat licht aan te drukken.
Er is nog geen rekening gehouden met de hoogte van de fundering. Een snelle methode is om nu enkele oude stenen te verzamelen waarvan je de eerste op z’n niveau legt. Die zal de bovenkant van de sleuf vormen. Plaats de eerste steen zeer nauwkeurig. Leg op een zekere afstand telkens een volgende steen in de rij en hou het niveau van de eerste steen telkens aan met de waterpas. Verhoog met wat aarde indien nodig. Gebruik een rubberen hamer om de steen beter te doen zakken.
Opdat de bekisting straks niet dichtslibt en beide wanden op dezelfde afstand gelijk blijven, is het raadzaam om er nog enkele afstandhouders in te bevestigen. Met wat resthout kort je in serie een heleboel latten op maat af. Die hoef je dan maar tussen de bekisting te duwen en dat is meer dan voldoende.
Het is eindelijk tijd om de fundering te maken. Dat gebeurt hier met snelbeton. Leeg de zakken gewoon in de sleuf. En vul aan tot op het niveau van de stenen die in serie waterpas zijn gelegd. Doe wel handschoenen. Het cementpoeder is agressief voor de huid. Zodra je overal voldoende hebt aangevuld, moet het poedermengsel nog bevochtigd worden om uit te kunnen harden.
Vergis je niet. Het snelbeton hardt snel uit. Eens je water geeft, moet je snel zijn om de laag mooi te kunnen nivelleren. Een ander aandachtspunt is dat je om de zoveel tijd water bij geeft zodat het water voldoende kan intrekken om tot aan de onderste lagen te geraken.
Door de beperkte ruimte in de funderingssleuf, komt een stukje resthout van pas om de sleuf aan te trillen. Hierdoor werk je stelselmatig de luchtbellen – die de sterkte van het beton kan verzwakken – weg. Met een lange lat rei je het nog natte beton mooi glad en tot op het niveau van de op hoogte ingewerkte stenen.
Onvermijdbaar zal je door het aantrillen wat plekken hebben waar nog wat cementpoeder aangevuld kan worden. Dat is nu het moment. Vul opnieuw aan met water en werk mooi af want zoveel tijd is er niet meer. De beton wordt al stilletjes aan harder. Daar is het nog niet helemaal stevig en volledig uitgehard. Daarvoor moet je zo’n 28 dagen wachten. De betonkisting laten we nog een poos staan. Tijdens het uitharden kan je in de eerste momenten nog extra bevloeien in tussenpozen. Je zal zien tot wanneer het beton geen water meer opzuigt dat het verzadigt is en je alles verder kan laten uitharden.
Professional Media Group maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met Het privacy- en cookiebeleid.
Registreer
Registreer en word gratis online abonnee
Door te registreren ontvangt u de newsletter. De newsletter kan u te allen tijde en zonder verdere formaliteiten opzeggen. Wij garanderen u dat uw e-mailadres en andere persoonlijke gegevens nooit aan derden worden doorgegeven en enkel gebruikt worden voor het versturen van de newsletter.